Archieven

16 Jan Willem Daniël de Jongh stadhouder van de kwartierschout van Kempenland en Carel Hendrik Jacob Sweerts de Landas drossaard van de heerlijkheid Oirschot en Best met een zeer uitvoerige discussie over de samenstelling van de regering aldaar van zeven schepenen, zeven gezworenen zeven raadsmannen, twee kerkmeesters en drie armmeesters die samen het corpus van de heerlijkheid presenteren [2 tekstkolommen] – zie ook folio 87, 90, zie ook folio 462 [5 tekstkolommen]

48 Reactie van de Haagse heren belast met de Meierijse zaken t.a.v. eerder vermelde verzoeken bv. de missive van de stadhouder van de kwartierschout van Kempenland op het rekest van Jan van Laerhoven en Jan de Leest kerkmeesters van de roomse gemeente onder Oirschot ivm de kerk van Best en het huis van de pastoor aldaar en de vergroting van de kerk en de pastorie - zie ook folio 281, 511

37 Missive van de stadhouder van de kwartierschout van kwartier Kempenland J. de Jong geschreven te Valkenswaard op een rekest van jan van Laerhoven en Jan de Leest kerkmeesters van de roomse gemeente van Best onder Oirschot verzoekende de supplianten dat terwijl aan de roomse kerk te Best annex was de woning van de pastoor die zo klein was dat de pastoor met zijn kapelaan en meid daarin niet konden logeren en ze vragen om permissie om kerk en pastorie te mogen vergroten omdat ze altijd te klein zijn geweest voor de gemeente van Best bestaande uit ruim 1100 communicanten en deze tot securiteit van brand te mogen bedekken met pannen en in het nieuwe gebouw een portaal mogen maken met de zingzolder of hoogzaal daar boven en een beschot onder de pannen boven het altaar, lang 12 à 13 voeten en beschot en altaar te mogen laten verven ter conservatie van het hout en tenslotte 20 nieuwe zitbanken van een ½ voet `a 2 voet hoog en lang 12 voeten in de kerk en enige van 4 voeten lang bezijden neven de muren; een kopie van dit schrijven wordt doorgestuurd naar de Haagse heren belast met de Meierijse zaken.

35 Rekest van Jan van Laarhoven en Jan de Leest kerkmeesters van de roomse kerkschuur van best onder Oirschot die verlof vragen om hun kerkschuur te mogen vergroten en het dak met pannen te mogen dekken en om in het gebouw een portaal te mogen maken met daarboven de zingzolder of hoogzaal en een beschot onder de pannen boven het altaar lang 12 à 13 voeten en het beschot en altaar te mogen verven ter bescherming en conservatie van het hout en voorts vraagt men permissie om 20 nieuwe zitbanken van 2 ½ à 2 voet hoog en 12 voeten lang deels in de kerk en enkele van 4 voeten lang langs de muren; welk rekest wordt doorgestuurd naar de kwartierschout van Kempenland. – zie ook folio 549 [reactie van de stadhouder van de kwartierschout in ruim 2 kolommen], 638 [reactie van de kwartierschout in 3 kolommen]