Archieven

46 Memorie van H.L. van Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh advocaat fiscaal van Brabant en de Landen van Overmaaze aan haar Ho: Mo: voordragende dat door de tegenwoordige drossaard der heerlijkheid Nieuwkuijk A.Troost ter kennis van hem advocaat fiscaal was gebracht, hoe sedert enige dagen zowel te Vlijmen een dorp op het Hollands territorium tussen ’s-Hertogenbosch en Nieuwkuijk en zo langs de Nieuwkuijkse en Heusdense Heide bij en omstreeks de heerlijkheid Drunen gelegen grote partijen van vreemde mans- en vrouwspersonen en onder hen veel Joden en Walen waren gepasseerd, waardoor grote schrik aldaar onder de in- en opgezetenen was verwekt en dat hij drossaard zulks vernemende en daarbij onderricht zijnde dat vier vreemde manspersonen binnen de voorschreven heerlijkheid van Nieuwkuijk zich bij een der schepenen die een winkel had hadden vervoegd om kruit hagel en kogels te kopen , sedert die tijd wel met een sterke wacht van 16 schutters de nodige nachtpatrouilles had gedaan en ook de schout van Vlijmen had verzocht met hem samen te werken ten einde die vagebonden en landlopers te helpen verjagen en verdwijnen en dat hun getal van dag tot dag groter werd en de groep zich uitbreidde en dat drossaard en schutter stegen zo’n grote groep niet bestand zou zijn en de heerlijkheid zelf ook niet in de gelegenheid was zoveel schutters te leveren; volgens de informatie van de drossaard zou het gaan om een bende van ruim 100 personen welke bende zich schuil hield in een bos onder Hedikhuizen en ’s nachts bepaalde troepen uitzond; proponerende hij advocaat fiscaal of het haar Ho: Mo: niet zou gelieven te behagen om aan Zijne Hoogheid te verzoeken ten spoedigste de nodige orders uit te vaardigen t.b.v. de gouverneur en commanderende officieren van ’s-Hertogenbosch en Heusden op op het eerste het beste verzoek van de stadhouder van de drossaard der stad en land van Heusden een aantal cavaleristen te detacheren

5 Zeer uitvoerig relaas van Theodorus Henricus Antonius Graaf van Oultremont Warfuse en Heer der heerlijkheid Drunen verwijzend naar het 13e art. van het politiek reglement dd. 1 april 1660 i.v.m. het aanstellen van schepenen, tienmannen, achtmannen, vijfmannen altijd de voorkeur uitgaat naar Brabanderds en genaturaliseerden, de gekwalificeerdsten en meest geërfden en onder deze groep de gereformeerden en mocht onder die groep ‘te weinig stoffe zijn’ dan de onpartijdigste en geschiktste pausgezinden [discussie via 3 ½ tekstkolom]

58 Rekest van Theodorus Henricus Antonius van Oultremont de Warfusée Heer der heerlijkheid Drunen in kwartier Oisterwijk inhoudende dat bij het 13e art. van het reglement op de politieke reformatie van 1 april 1660 gestatueerd was: dat in het aanstellen van schepenen, tienmannen, achtmannen of vijfmannen altijd geprefereerd zouden worden Brabanders en genaturaliseerden, de gekwalificeerdsten en meest geërfden en onder deze die van de gereformeerde religie, voor alle anderen en alwaar geen ‘genoegsaame stoffe’ was, gekozen en geëmployeerd zouden mogen worden de onpartijdigste en geschiktste pausgezinden; het ging hem om de interpretatie van dit artikel [met nadere details].

8 Rekest van pastoor en kerkmeesters van de roomse gemeente Drunen in kwartier Oisterwijk aangevende dat aan hun kerkschuur enige noodzakelijke reparaties en vernieuwingen uitgevoerd moeten worden; een kopie wordt doorgestuurd naar de drossaard van Drunen.- zie ook folio 494 met nadere details