Gedaagde zegt nooit zoiets gekocht te hebben, noch overeengekomen met hem dat de goederen aan hem geleverd zouden worden door een zekere Jean van Geel, dagloner, Nispen 27, die hem gezegd heeft dat de voerman Goossen hem had opgedragen de goederen bij gedaagde te brengen, en dat enige tijd later Goossen hem vervoerskosten te betalen heeft gevraagd, wat gedaagde geweigerd heeft. Van der Oudera concludeert dat eiser niet ontvankelijk moet worden verklaard en veroordeeld in de kosten.
Suijkerbuijk verklaart dat de koop is geschied in het bijzijn van Jean Baptiste Smeijers, hoefsmid, Esschen, en wil dat deze gehoord wordt.
Eiser moet binnen veertig dagen bewijs leveren na betekening van het vonnis, dat hij de goederen verkocht heeft aan gedaagde.
Eiser/verzoeker: Adrien Suijkerbuijk (hoefsmid, Nispen 54)
Gedaagde: Antoine van der Oudera (hoefsmid, Nispen 54)
Kosten: 1 franc 10