Mijn Studiezaal (inloggen)178.358 Resoluties Raad van State (178.358)
148 Rekest van W.H. van Flodorp predikant te Aarle Beek en Lieshout gedeputeerde van de Synode van Gelderland namens de classis van Peel- en Kempenland verzoekende om een ordonnantie van 400 gl., welke synode wordt gehouden te Nijmegen
178.99 Resoluties Staten-Generaal (178.99)
35 Rekest van Hendrick van Ommeren woonachtig te Aarle in kwartier Peelland zijnde van de ware christelijke gereformeerde religie inhoudende dat hij suppliant in kwaliteit als president en oudste schepen van het dorp Aarle gifter of collator is van een zeker beneficie gefundeerd op het Onze Lieve Vrouwe- en H.Kruisaltaar in de kerk van Aarle thans gehorende onder de administratie van de rentmeester der geestelijke goederen De Kempenaar en dat dit beneficie nu vacant is na het overlijden van Matheus Jacobus Reyers en dat daar nu zijn minderjarige zoon Johan Cornelis van Ommeren daarmee is begunstigd zoals blijkt uit de akte van collatie en verzoekt de Ho: Mo: om approbatie ervan; een kopie wordt doorgestuurd naar rentmeester De Kempenaar.
178.98 Resoluties Staten-Generaal (178.98)
44 Rekest van Bernardus de Ruyter woonachtig te Aarle in kwartier Peelland lidmaat van de ware christelijke religie inhoudende dat Godefridus Antony Neomagus, in leven vorster te Aaele Rixtel in april 1760 is overleden en de suppliant verzoekt begunstigd te mogen worden met het vorsterambt aldaar, waarvan een kopie wordt doorgestuurd naar de hoogschout van stad en meierij de Graaf van Rechteren om daaromtrent een bericht te sturen aan de Ho: Mo:. – zie ook folio 510 [positieve reactie van de hoogschout]
178.93 Resoluties Staten-Generaal (178.93)
110 Rekest van Hendrik van Ommeren oud-president te Aarle in kwartier Peelland en lidmaat van de ware gereformeerde religie inhoudende dat Cornelis Draak in kwaliteit van president en oud-schepen van Aarle, griffier of collator zijnde van een zeker beneficie gefundeerd op het Lieve Vrouwe en H.Kruisaltaar in de kerk van Aarle, vacant door het overlijden van Mattheus Jacobus Reyers, dat beneficie met de inkomsten en achterstallen van dien had gelieven te confereren op des suppliants minderjarige zoon Johannes van Ommeren zoals blijkt uit de originele collatie van 18 januari 1752 die is toegevoegd aan het rekest, verzoekende om de approbatie door de Ho: Mo:. – zie ook folio 577