Archieven

Johannes van Amstel, bouwman en zijn echtgenote Adriana van Bergen, dochter van wijlen Reinier van Bergen en Maria Meijers, Oijen, eisers. Maria Meijers, voogd, is een 2e huwelijk aangegaan met Johannes Brouwers, deze werd medevoogd. Als voogd hebben zij namens Adriana op19.04.1817 den alatenschap aanvaard van haar grootoom Johannes Petrus van den Boogaard en van haar groottante Johanna Petrus van den Bogaard. Dit was uit een afgelost kapitaal ten laste van Amoldus Roefs F 500 en F 500 uit het provenue der gerede goederen. Op 22.02.1819 hebben gedaagden als voogd geprocedeerd tot scheiding en deling der nalatenschap van Antoon Coopmans, weduwnaar van Maria Anna van den Boogaard. Hierbij zijn aan Adriana meerdere sommen geld toegevallen, totaal F 1.915, 34. Hierin zijn begrepen lasten die wel of niet afgelost zijn door: Leonard Megens en Hendrik van Bergen, Berchem; Gerrit Peters van den Anker, Oijen; Huibert Francis Brouwers; Johannes Smits; Peter van Mill en Johannes Manders. Gedaagden: Johannes Brouwers, bouwman, Oijen en Jacobus Donkers, secretaris van Oijen, gevolmachtigden van Maria Meijers; Dielis Hendrik van den Boogaard, bouwman, Oijen. Partijen komen overeen dat na het overlijden van Maria Meijers, aan haar dochter Adriana van Bergen zullen overgaan vrij en onbezwaard de vaste goederen die Maria Meijers op 28.06.1808 te Oijen, toegekomen zijn, waarde F 410. Ook zal na het overlijden van Johannes Brouwers uit de erfenis van zijn ouders Johanna G. van den Boogaard, weduwe van Hendrik Francis Brouwers, aan Adriana F 410 uitgekeerd worden. Eisers moeten Maria en haar man Johannes vrije woning geven in het huis met moeshof te Oijen, en zonder betaling een akkerbouwland in gebruik geven tot het telen van veldvruchten.

Mr. Leopold Frans Willem van Cooth, advocaat en notaris te Ravenstein, gevolmachtigde van Joseph Steins Bisschop, gepensioneerd luitenantcolonel, Arnhem, eiser, in hoedanigheid van executeur testamentair van de weleerwaarde heer Stein Bisschop, rooms priester en pastoor te Appeltern overleden. Petrus Nicolaas Ensink, onderwijzer in de Franse Taal te Megen, borg; Amoldus van Leur en zijn echtgenote Johanna van der Marsen, Megen, gedaagden, hebben op 16.07.1818 F 200 geleend van de overledene, maar geen rente of aflossing betaald. Zij beloven binnen 6 weken achterstallige rente te betalen en verder aan hun verplichtingen te voldoen.

Carel Frederik Arentz, commies griffier bij het vredegerecht, gevolmachtigde van Wilhelm van den Heuvel, assistent pastor, en H. van der Heijden, beiden als kerkmeester der gem. Teeffelen, eisers; Anna Catharina van den Boogaard, weduwe van Lambertus Schippers, Teeffelen, en Marianna Schippers, gehuwd met Johannes Wouters, zus en erfgename van Lambertus Schippers, Herpen, gedaagden. Betreft pacht over de percelen land, eigendom van de kerk van Teeffelen, genaamd de Pannekoek, op de Kreuterkens en 3 hond in de Papenkamp. Gedaagden moeten het restant van de pacht en de kosten betalen.

Jan van den Hoogen, bouwman, Oss, eiser; Lodewijk van der Heijde, Macharen en Jan van Lent, Macharen, gedaagden. Betreft den Spelakker onder Macharen. Partijenkomen overeen.