Archieven

107 Missive van de magistraat van ’s-Hertogenbosch van de 30e maart inhoudende in substantie dat twee bedienden door de magistraat worden aangesteld tot het sluiten en ontsluiten van de hekken en drijfbomen van twee passages te water nl. de Grote en Kleine Hekel mede op order van de magistraat en vereist door het gouvernement; sluiten en ontsluiten van vier drijfbomen op order van de Ed: Mo: buiten de twee hekels aan de overzijde van de stadsgrachten ter plaatse waar de Dommel en de Aa in elkaar overgaan en die op een goede afstand van de hekels zijn aangelegd om te beletten dat er geen schuiten in de stadsgrachten komen en dat de gemelde bedienden hun bezwaar over die meerdere en nieuwe last. zondat dat zij daarvoor ook maar iets genoten, aan de magistraat hadden voorgesteld, voegende de magistraat daarbij, dat tot het overzetten van de passagiers aan de beide hekels zich bevonden twee veerlieden welke aanstelling in voorafgaande tijden door de Ed: Mo: zijn aangesteld onder een zekere belasting zoals blijkt uit de resolutie van de Ed: Mo: van 16 oktober 1655, doch welke veren in later tijden en tegenwoordig door de gouverneur der stad worden begeven, zonder enige belasting of dienst ten behoeve van het gemene land, nazoekende vervolgens gemelde magistraat, dat de twee gemelde ordinaire sluiters van de hekels mogen worden ontheven van de last van ook de vier voorschreven drijfbomen te moeten sluiten en ontsluiten en dat zulks aan de twee veerlieden van de hekels mag worden geïnjungeerd ofwel, zo haar Ed: Mo: zulks niet mochten goedvinden, dat als dan van ’s lands wegen aan de twee gemelde stadsbedienden voor het sluiten en ontsluiten van de genoemde vier drijfbomen een traktement mag worden toegevoegd, welke missive van generaal Van Cromstrom zal worden toegezonden – zie ook folio 810