Archieven

772 Henrick van Hall zijnde gemachtigde voor Peeter Adriaen Jacops voor een vierde part, Willem Adriaen Jacops voor een vierde part, Herbertken Arien Jacobs voor een vierde part en Lenaeret Adriaen Jacops voor een vierde part, verklaren een deling van bezit te hebben gemaakt. Genoemde Henrick van Hal te behoeve van Peter Adriaen Jacops krijgt een perceel teulland alhier te Boxtel onder Tongeren, genoemd het Weijken groot ca. een lopenzaad, belendend Huijbert Martens, Peeter Geraerts, Michiel Hendricks., de gemeenschappelijke Voortstraat daar. Nog krijgt hij een lopenzaad teulland genoemd het Bochtken, ter zelfder plaatse als voor, belendend Sijmon Janssen, Willem Arien Jacops, Michiel Dircks, de Voortstraat. Genoemde Willem Arien Jacobs krijgt een huis met een perceel land ter zelfder plaatse gelegen, belendend Peeter Arien Jacobs, Michiel Dircks op de Voortstraat uitlopend, welk huis hij Willem voor 50 gulden eens mag hoiuden. Hij moet aan de anderen een essenboom, een elzenboom en 4 eiken inbrengen staande op dit erfdeel en het 2e lot. Herbert Arien Jacops krijgt een perceel onder Esch, belendend jonker Robbert van den Berckenbosch, Michiel Janssen dat er eerde van is afgedeeld, de gemeemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij een perceel ter zelfder plaatse, belendend genoemde Michiel, Leonaert Ariaen Jacops, Antonis Henrick Walravens, de gemeenschappelijke straat. Genoemde Leonaert Adriaen Jacobs krijgt een akker teulland ter zelfder plaats gelegen, belendend Herbert Arien Jacobs, Joost Antonissen, Antonis Henrick Walravens, de gemeenschappelijke straat. Hieruit 100 gulden te betalen, elk een vierde deel, aan jonker Robbert van de Berckenbosch. De eerste twee loten moeten jaarlijks ca. 2 en een halve stuiver betalen zonder overlast voor Herbert of Leonaert, maar krijgen daarvoor een keuterenrecht op Kempen. Genoemde delers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars erfdeel en beloven deze deling na te komen.