Archieven

107 Vandaag 7 januari 1643 verscheen voor mij notaris en getuigen Jenneken weduwe van Willem Janssen van der Donck en verzoekt mij om eventuele twist tussen haar zoon Jan en haar andere kinderen te voorkomen een inventarislijst op te maken van de meubels en huisraad etc. die ze in haar huwelijk heeft verworven en dat aan haar zoon Jan wordt vermaakt voor diens trouwe diensten. Aldus: een dennenhouten koets, een bed waarop Jenneken slaapt, twee hoofdpeluwen, twee oorkussens, een bed boven op de koets liggend, een rijkleed, twee est hopzakken, 13 hemden, 5 paar slaaplakens, een pellen dwijl, de tafellakens, het gesponnen garen, de dennenhouten kist staande in de kerk, een haal, een rooster, een lenkhaal, een vautheugel, een hangijzer, een paptang, een brandijzer, een tang, 2 koperen moespotten, een koperen hantketel, een witte koperen ketel, twee andere koperen ketels. Genoemde Jenneken verklaart dat Lijsken van haar een koperen melkkan en een koperen melkemmer heeft, een koperen doorslag, 3 tinnen schotels, een schuimspaan, 6 drievoet stoelen, een melktobbe, een leer, een kuip, een wan, een spierzak, een korf, een lopen, al haar brandhout, alle potten en pannen, een nieuwe mand, twee stopen met deksels, een kan met deksel kan, de schalen en 4 en een kwart pond lood, een ijzeren gewicht van 2 en een half pond. Jenneken verklaart dat dit de meubels zijn die ze als weduwe heeft verworven en gekocht en haar eigendom zijn. Als oorkonde opgemaakt in bijzijn van Jan Huijberts en Claes Adriaens als getuigen. Actum in Den Dungen. Ondertekend: dit merk is van Jenneken Willems, Jan Huijberts, dit merk is van Claes Adriaens als getuige, quod attestor A. de Gram openbaar notaris.