Archieven

131 In de naam van de Heer amen. Vandaag 26 januari 1645 verscheen voor mij notaris en getuigen Hendrick zoon wijlen Geert Claessen van Hannen als a.s. bruidegom geassisteerd met zijn kouzijn Willem Wouters ter ener zijnde en Handersken dochter van wijlen Claes Jan Dielis Weijgergancks geassisteerd met Mattijs Claes Jan Delissen en Handrick Claes Jan Deelissen zijnde haar broers als a.s. bruid ter andere zijnde. Om problemen te voorkoomen tussen de families van de eerstoverlijdende en die van de langstlevende hebben ze de volgende huwelijkse voorwaardes afgesproken. Genoemde Handrick Geerts (van Hannen) als a.s. bruidegom zal al zijn bezit inbrengen en Hersken als a.s. bruid zal al haar bezit inbrengen, met de voorwaarde dat als een van hen sterft zonder een wettig kind of kinderen na te laten, dat dan de bruid van de bruidegom 1000 gulden zal ontvangen en wordt daar mee dan verder uitgesloten van het bezit van de bruidegom. Op zijn beurt als de bruid als eerste overlijdt krijgt de bruidegom de som van 500 gulden en wordt daarmee uitgesloten van alle vaste bezit van de bruid, maar het hafelijk bezit is bestemd voor de langstlevende om de schulden af te lossen. Aldus geschied en partijen beloven deze afspraken na te zullen komen. Opgemaakt in aanwezigheid van Adriaen Hermans en Gijsbrecht Goossens van Suijl als getuigen. Ondertekend: Hendrick Geerts van Hannen, Willem Wouter Claessen van Hannen, dit merk is van Handersken Claes Jan Deelissen, dit merk is van Mattijs Claes Jan Deelissen, Claes Weijgergancks, Arien Hermans, G. Goossens van Suijl, quod attestor A. Grahame notaris.