Voor mij notaris en getuigen verscheen Jacob Mathijs Hendricks ter ener zijde en Lijsken natuurlijke dochter van Jacob Roelens verwekt bij Jenneken dochter van Gijsbert Tonissen, geassisteerd met haar oom Adriaen Gijsberts van de kant van haar moeder en hebben verklaard met elkaar de volgende overeenkomst te hebben gemaakt door bemiddeling van goede mannen. Jacob is gehouden het kind dat zijn zoon Jacob bij Lijsken onecht heeft verwekt altijd te moeten onderhouden en daarvoor zal Jacob vanwege zijn zoon aan Lijsken haar 25 karolusguldens eens geven om de kosten van de kraam te betalen en vanwege het verlies van haar eer. Verder zal deze Jacob noch zijn zoon deze Lijsken met woord of met daad lastigvallen. Genoemde Lijsken belooft van haar kant deze Matijs Jacobs daarover nooit meer aan te zullen spreken zodat ze beiden naar eigen keuze kunnen trouwen. Daarvoor verbinden beide partijen hun persoon en bezit. Jacob staat daarin borg voor zijn zoon Mathijs en Adriaen Gijsberts staat daarin borg voor Lijsken. Aldus gedaan in Den Dungen in aanwezigheid van Jan Jan Spierincks en Deelis Janssen van den Steen als getuigen op 19 maart 1649. Ondertekend: dit merk is van Lijsken natuurlijke dochter van Jacob Roelens en ze verklaart de 25 gulden te hebben ontvangen, dit merk is van Adriaen Gijsberts als oom van Lijsken, dit merk + is van Jacob Mathijs Hendriks, Jan Janssen Spierincks, Delis Janssen van de Steen, quod attestor A. Grahame.