Archieven

131 Er is een kwestie ontstaan tussen Laurens zoon Lambert Wouters wonend in Den Dungen ter ener zijde en Lijsken dochter van genoemde Lambert Wouters en Antonis Janssen de Beer als man van Anneken dochter van wijlen genoemde Lambert Wouters, verder Hans Martens van der Beeck als man van Stentken dochter van deze Lambert Wouters ter andere zijde vanwege een rente van 8 gulden 10 stuivers per jaar die Laurens Lamberts in de deling tussen Laurens en zijn zusters en zwagers was toebedeeld als zijnde een niet aflosbare rente. Na dat passeren van de deling is bevonden dat de rente aflosbaar is met 200 gulden en in de deling was die gesteld op 150 gulden omdat die rente niet aflosbaar was. Daarom heeft Laurens op zich genomen dat deze rente in kapitaal 50 gulden meer waard is dan hem eerder in de deling was gezegd. Voor mij notaris zijn daarom verschenen Laurens Lambers ter ener zijde en Anthonis Janssen de Beer ter andere zijde en hebben verklaard dat ze hun kwestie in vriendschap hebben opgelost. Lijsken en Anthonis Janssen de Beer hebben elk inplaats van hun aanspraken van 50 gulden aan Laurens Lambers beloofd de som van 4 pattacons te betalen. Met zijn afwezige zwager Hans Martens van Beeck verklaart Laurens tevreden te zijn en Laurens belooft dat hij de comparanten, zijn zuster en zwager op generlei wijze meer zal lastigvallen. Aldus geschied op 1 december 1651 in aanwezigheid van Hendrick Laureijs en Jan Hendrick Meulders. Ondertekend: Laurens Lamberts, dit merk + is van Lijsken Lamberts, Hendrick Laurenssen, Jan Hendrick Smelders, quod attestor A. Grahame notaris.