Archieven

203 In den naame des heeren amen. Op huijden den 16 februarij deses jaars 1734 naa de middag omtrent de clokke vier uuren compareerde voor heeren scheepenen onder geteekent Henderina van Boxtel vrouwe van Jan Linders van de Weetering siek te bedde leggende dog haar verstant ende memorie wel magtig soo uijtterlijk bleek dewelke overdenkende de brooshijt van het menschelijke liggaam wel weetende datter niets seekerder is als de doot en niets onseekerder als de uure van dien, en daarom van dese weerelt niet wilde scheijde sonder alvoorens van haare tijdelijke goederen haar van godt almagtig goedertierentlijk verleent getesteert ende gedisponeert te hebben, sulkx doende uijt haar eijge vrije wille sonder inductie ofte misleijdinge van imant dood en te niete doende alle voorige testamenten ofte codicillen ofte andere maakinge, als sij testatrice gemaakt ote gepasseert mogte hebben, niet willende dat deselve sullen valideeren ofte effect sorteeren ende derhalve van neuws af beginnende te dispooneeren sulk doende mits desen verclaart sij testatrice alvoorens haar onsterffelijke ziele in de bamhertige handen van god almagtig haaren schepper wanneer die van haar doode lighaam scheijde sal ende haar doode lighaam de aarde met een christelijke begraafenisse koomende voorts tot de dispositie van haare tijdelijke goederen, verclaarde sij testatrice naar doode en aflijcighijt van haar comparante te maaken en te stellen Jan Leenders van de Weetering haaren egten man tot haaren eenigen ende universeelen erfgenaam van alles roerende ende onroerende goudt en zilver linnen en wolle ofte op wat manier het selve soude kunnen genaamt werden, alle het welke sij testatrice verclaarde te weesen, haar testament laaste ende uijtterste wille, ordonneerende ende begeerende dat het selve sal valideren ende naar doode effect sal sorteeren, ;t zij als testament, codicil gifte ter saake des doots ofte onder de leevendige, soo het selve best naar regten bestaan en valideeren kan, niet tegenstaande