Archieven

811 Weduwe Maria Vissers maakt een inventaris op na het overlijden van haar man H. Prinsen. Volgt een uitgebreide beschrijving van de roerende goederen. Opvallende zaken: 16 schilderijen, waarvan de meesten papieren prenten; een leistenen tafel, 26 stoelen, 4 zadelpistolen en een zakpistool; veel koperen pannen en potten; 16 tinnen schotels; twee snaphanen; een koe en twee varkens; Verder is er een winkel in textiel, waarvan de voorraden worden beschreven. De waarde van de inboedel is ruim 1131 gulden. Nog 149 gulden in kontanten. De schulden bedragen ruim 2175 gulden. Dus tekort ruim 894 gulden. Onroerend goed: huis en hof te Herpen, een zijde Claes op de Brug, andere zijde de wettering. Een stuk land genaamd Stijn Voets hoff, een zijde Arnoldus van Roij, een eind de wettering, andere eind Marten van Sambeek, andere zijde de gemeente. Nog een huis en hof en een akker bouwland, een zijde erfgenamen Jan van Duere, andere zijde wijlen Jan Davervelt, andere eind de gemene straat. Bouwland en weiland te Overlangel, genaamd den Ong, groot circa anderhalve morgen. Bouwland te Huisseling, groot circa een halve morgen, een zijde P. Vissers, andere zijde de pastoor van Deursen, een eind de Custerstraet. Bouwland te Berghem nabij de molen. Land op de gemeente van Berghem, circa anderhalve morgen. Een uiterdijk te Neerloon, groot 2 morgen, genaamd Mi Vissers camke. De hele boedel is belast met een lijfrente van 35 gulden te betalen aan Sijmon van Tongeren te Zeist in het Sticht van Utrecht.