Archieven

63 Gerit Vos is overleden op 5 april 1729 met achterlating van zijn weduwe Bertie Janssen Opsteegh en 5 kinderen. Al op 20 oktober 1724 was een inventaris opgemaakt. Ze gaan nu over tot scheiding en deling. Lot 1 is voor moeder: het sterfhuis met hof en land te Velp aan de gemene straat. De Ralemse weij, groot 4 morgen; Den Prenck; Negen akkers in ’t Overvelt met de Strepen; de helft van ’t Delleke, zijnde 4 akker ten westen gelegen; 3 akkers aan de vonder bij Evert Sijmons; een morgen hooiland in de Wijt te Grave; Daarbij komt nog 1/6 deel in den Uijversnest voor de som van 150 gulden die zij aan de kinderen zal uitkeren. Lot 2 is voor de kinderen en die gaan over tot smaldeling. Lot 2-1 is voor Jan Vos: een halve morgen in de Wijt; Annekens lant ad 5 ackers; Dit lot betaalt 50 gulden aan lot 2-4.
Lot 2-2 is voor Bastiaan Vos: den Croonen man; den Leuwerickx heuvel; 150 gulden van de moeder is ten deel gevallen aan Bastiaen Vos die uit de volle boedel nog 50 gulden krijgt.
Lot 2-3 is voor Cato Vos, getrouwd met Pouwel van Wanroij: 9 akkers op de Sittert; 3 akkers bouwland achter het huis van Frans Verhagen.
Lot 2-4 is voor Johanna Vos, getrouwd met Andries Sangers: een halve morgen in de Wijtt; de helft van het Delleken, ad vier akkers ten oosten; 50 gulden van lot 2-1.
Lot 2-5 is voor Wouter van Dueren en zijn kinderen, verwekt bij wijlen Maria Vos: het huis en hof op de Hoghdeij; de Pannestart; 10 akkers op den Quaden kamp.
De landerijen gaan over met de vruchten daarop staande. Verschillen in uitzet zullen uit de boedel worden gelijk getrokken. Er gaat 200 gulden naar de kerk van Velp voor jaargetijden van opa Jan Op Steegh en vader Gerard Vos. Oudste zoon Jan Vos krijgt naar de wens van zijn grootvader de oude Jan Opsteegh, het vruchtgebruik van 500 gulden. Het kapitaal blijft van de (klein) kinderen van zijn broer en zussen. Die 500 gulden moet gehaald worden uit een kapitaal van 3125 gulden ten laste van de gemeente.