ten verzoeke van Martinus Ivits te Strijp, Christiaan Ivits, Petrus Ivits, Johanna Ivits, Adrianus van Hooff en Gerardus Lucassen, de vijf laatstgenoemde te Uden woonachtig en waarbij is toegewezen: aan Antonius van den Elsen onder Uden, sectie R no 374 voor f 290,-; aan Adrianus Martinus Verkuijlen Uden sectie C no 1334 voor f 340,-; aan Johannes Schuurmans circa 2 aren van Uden sectie B 705 en 1187 voor f 30,-; aan Martinus van der Wijst circa 4 aren van Uden sectie B 705 en 1187 voor f 60,-; het overschietend gedeelte van Uden sectie B 705 en 1187 aan Adrianus van Hooff voor f 693,33; aan Jan van den Berk, Clasina en Wilhelmina van den Berk, Uden sectie I nummer 659 en 660 voor f 425,-; aan Petrus Strick, sectie M onder Uden 262 met ongeveer de helft van M 264 na aftrek van 2 aren ten zuide van sectie M 260; onder Uden sectie M 263 met ongeveer de helft van sectie M 264 na aftrek van 2 aren ten zuide van sectie M 260; sectie M 266 en 265 voor f 640,-; Aan Albertus van den Akker onder Uden sectie M 268 met circa 2 aren 50 centiaren van M 258, circa twee aren van M 260 en 50 centiaren van M 269, sectie M 849, 265, M 260 zonder den zuidelijken hoek van M 264, circa twee aren voor f 910,-; alle te Uden woonachtig en zijn de goederen aldaar gelegen