* de voorschreven 6 kinderen van Adriaen Arntssen en het kind van Wouter Jacobs van der Santvoirt, zullen na de dood van hun moeder Geritken gelijkelijk delen in de goederen gekomen van de kant van Adriaen Aertssen en Gerytken en ook de verworven goederen en alle goederen die de 6 kinderen van Adriaen Artssen zouden mogen bezitten
* deze kinderen zullen ook gelijkelijk delen in de goederen die Wouter van de Santvoirt bij zijn overlijden na zal laten
* Wouter Jacops zal de kinderen van Adriaen Arntssen eerlijk 'uytsetten, soo in gelt, bedde, bult, pot, ketel et cetera'
* 'welck kynt van Wouter Jacobs voorschreven tot staet gecomen synde, mede uytgeseth te worden van de gelycke erffgoeden als voorschreven staet'
* als Gerytken zou overlijden voordat al haar kinderen getrouwd zijn, dan krijgen haar ongehuwde kinderen na haar dood hun 'uytsetsel', zoals de getrouwde kinderen hebben gehad, voordat de goederen verdeeld zullen worden
* als het kind van Wouter Jacobs eerder zou overlijden dan zijn moeder, zonder kinderen na te laten, dan zal diens kindsdeel geërfd worden door zijn vader
* verder wordt afgesproken dat de langstlevende, Wouter of Gerytken, 'ongehouden sal syn staet ofte inventaris te leveren aen d' een noch d'anders voorkynderen, overmits den langlevende van henn beyde meester ende tot der langstlevendens behoeve sullen sijn alle meubelen, soo gereede als ongerede, egeene uijtgescheyden, omme daer uyt te betalen de vligende schulden,
* mits dat de gelycke kynderen tot haren laste sullen nemen de obligatie ende andere bebriefde schult,
* ende wat aengaet het kynt van Gerytken voorschreven verweckt bij Jan Alberts haren tweden man, is geconditioneert dat Wouter Jacobs als tselve sal gecomen sijn tot staet mede sal uijtsetten'
Getuigen: Arien Handrickx, Peter van Valderen en Jan Jan Dierckx, schepenen. Huijbert van breeij, secretaris