Archieven

81 Mathys Peters en Jan Claessen hebben zich borg gesteld voor Gortt Janssen Vloijmans, 'wonende in Westhallen, ten eijnde datt Heijlken dochtre Henrick Peter Verdussen, syne huysvrouwe, sal noch in levende lyve was ten tyden van den tweden november 1667 als wanneer den voorschreven Goyertt Janssen hadde vercocht eenen halven acker lants gelegen op Crytenborgh aen Jan Michgielle Donckers naerder in de voorgeschreven veste gementioneertt, ende in cas van afflijvicheijtt der voorschreven Heijlken, soe geloven de voorschreven comparantten gelyc sij doen mits desen den voorschreven copre van synde vuijt gelechde penningen costelos ende schadelos te indemneeren, hier onder verbindende hare respectiven persoonen goederen presentt ende toecomende, als naer rechts gelovende mede daer van te doen blycken alhier ter secretaris behorlijcke sertificatie hoe dat de voorschreven Heijlken ten dagen voorschreven alnoch in het leven was, des geblecken sijnde sal men dese borge casseeren'.
Getuigen: G. Roeffs en Jan Roelofs van Kilsdonck, schepenen
Bijschrift: voor schepenen is op 24-03-1668 een verklaring vertoond van de eerwaarde Apt van Corweij Ferdinant van Ertten van 25-01-1668, 'inhoudende dat Heijlken huijsvrouwe van Goortt Janssen Vloymans' op 26-01-1668, 'alnoch in levenden lijve was', waarmee deze borgen zijn ontlast.