* in den iersten geweest te hebben in de Grootdonck opten 27en october 1664 dat bevonden vijftien heele verschulde beeste boven de aengeschreven,
* alnoch geweest op ten dito voorschreven ten huyse Willem Roeffen daer bevonden vijf heele verswegen beesten,
* alnoch geweest opten selfden ten huyse Marcelis Ariens van Coll ende daer bevonden een heel beest ende een half nuet geaangebracht,
* noch opten selfden dito geweest ten huyse Jan van Locht daer occk bevonden twee halve beesten die niet aengebracht ende waeren,
* noch geweest ten huyse Jan Lamberts opten dito voorschreven den vorster met Hendrick Martens die dat selve alleen verclaren daer bevonde een half niet aangebrocht te hebben,
* noch geweest ten huijse Jan Tonis Ariens opten dito voorschreven in foute gevonden een half beest,
* dito voorschreven ten huijse van Marten Meussen kynderen in foute bevonden een half best,
* den selfden dito geweest ten huyse Jan Aert Dirx aengebrocht een half ende is bevonden een geheele te wesen,
* noch dito voorschreven Neelken Peters huys gevisiteert bevonden in foute een geheele beest,
* den selfden dito geweest ten huijse Dirick Handrix daer een half beest in foute bevonden,
* dito voorschreven geweest alnoch ten huijse Tonis Marcelissen een heel ende een half in foute bevonden,
* dito voorschreven geweest ten huyse de wedue Michiel Donckers daer bevonden in foute drij halff beesten,
* dito voorschreven Jan Claessen huyse geweest daer bevonden in foute een heele koije,
* dito voorschreven ten huijse geweest Jan Hendrick Ariens daer in foute bevonden een heele ende een halve beest,
Getuigen: Goyart Peeter Rutten en Jacop van der Hagen, schepenen, Corstiaen Jansen, vorster in Vechel