Onder de inkomsten wordt genaamd de pacht van 'de huijsinghe ende landerijen van Gijsbert Frederickx'. Onder de uitgaven worden vermeld: 'melck, romen ende boter', schoenen, 'aen Fredrick doen hij naer Amsterdam gonck', 'aen meester Aelbert Sterckman van wegen de doodtschult van Gijsbert Fredrickx', 'aen de voorschreven wedue voor Jan Martens montcost als hij was schoolen gaende voor het jaer Sint Jansmisse 1665'.
Getuigen: Jacob Albert Prouning, officier, en Goyart Peter Rutten, G. Roeffs en Jacop van der Hagen, schepenen