Archieven

206 Voor schepenen van Vechel verscheen Jacob Boor, 'secretaris deser plaatse', die als voogd over de kinderen van wijlen Abraham Boor, 'in sijn leven schepen der stede Amersfoort' bij Megtelt Catarina van Giften, 'vermits overlijden en afsterven van Antonij van Brinckesteijn', monseigneur Godert van Brinckesteijn, 'sijnen naargelaten soone', machtigt 'om de goederen van de voornoemde kinderen te regeren en te administreren, de erfgronden met advis van hem heer comparant en den heer Dorck Laackerman, sijnen swager ende mede-momboir, te verhuuren, de huurpenningen te ontfangen ende quitancie daar van te verleenen, actie ende inschulden in te vorderen, de onwillige debiteuren met justitie des noot sijnde tot betaelinge te constringeren, ende mede wel specialijck omme de goederen, soo allodiale als leen, gelegen in den dorpe van Asch int graafschap Buuren, waarvan de voornoemde kinderen de helfte, ende de wederhelfte het naergelaten kint van wijlen Jonckheer Johan Ruijsch tot Wajensteijn, is competerende, voor haar gedeelte en aanpart met behoorlijck decreet en het gene daar toe verder wordt vereijst te verkoopen'. Getuigen: C. van der Hagen en Jan Goijaerts, schepenen, mij present H. Bijmans, substituut-secretaris.