Archieven

538 Brief aan Jan van Gijsel, Peter Vingerhoeds en Geerit Sebregts die voornemens zijn onder Baarschot een hut te bouwen zonder daartoe permissie te hebben.

een erfcijns van 10 st. voor het stellen van een rosoliemolen te Baarschot

180 Rekest van Johan Moonen pachter van verschillende imposten in de Meierij van ’s-Hertogenbosch die te kennen geeft dat hij van Cornelis Huiberts Willebrords molenaar op de schepmolen te Baarschot een verklaring in het proces tegen in cas van fraude, welk proces hangende is voor schepenen en rechters te ’s-Hertogenbosch tegen Jacob Lamberts van Roij wonende te Haagoort [tegenwoordig Haghorst denk ik] onder Diessen, maar die molenaar weigert die verklaring af te geven als medeschuldige aan de fraude, met het verzoek hem te mogen horen op basis van een akte van impuniteit; ook heeft Moonen een rekest ingestuurd te kennen gevende dat hij tracht als een trouw pachter voor te staan de middelen van ’t land niet alleen veel hindernissen en resistenties ontmoet, maar dat hij zelfs doodsgevaar gelopen heeft doordat op 23 mei 1697 ’s nachts twee kogels door zijn vensters zijn geschoten en op 4 oktober daaraan volgend aan en voor het huis van Adriaan Eliens gewezen president-schepen van Zeelst ter dood toe is gewond geraakt zoals de bescheiden die aan dit rekest zijn toegevoegd en dat hij daardoor niet meer in staat is gesteld zijn pachten behoorlijk te handhaven en zijn achterstallige schulden te innen en ’s lands gerechtigheden te ontvangen etc.