1777 Maseur van Loon saliger debet aan Johan Francis Demare wegen geleverd broot op eenen kerfstok, kleijn goed en wittebrood eene somma van 18-4-0.
Waer van 15 gulden bij haer leven gehaalt sijn, 15-0-0.
Voldaan door mijn heer Oorsou.
Afgetrocke: 3-4-0.
Blijft voor Deeme, den 3 februari 1778. (getekend) Johan Francis Demare.
Dit is tot Deemen den 23 juli geproclameert.
Uijt craght van goetwillig overkunning, de dato 9 julij 1677 voor schepenen ende heer lantschrijver gepasseert, presenteert Hendrick Jacobs te distraheren alselver pant als ten huijse van Gisbert Claesen op heden heft doen haelen, omme daeraen te verhaelen ende te hebben quarant van omtrent 40 gulden waervoor deselven*********guarant dewelcke pandingh dagelix ende ***---want vor**ght te houden, alsmede alsmede voor een som van 12 gulden 12 stuiver, sijnde oncosten over dese geleden volgens reekening van righterboode ende van der overstaa order dese gevallenselve dat in gevall den executie nogh verder moght worden besweert door manquement ver gexecuteerd, alle tijt, tselve via juris sal mogen doenende soucken tot desselves ontheffing, onder expresse protestatie van costen. Excutanten leggen in thien gulden dat tot vonnis wijsde, bij aldijen drij dagen, dit berigt niet en wort verplocht, dat alsdan sall vortgevaeren worden naar costuijme locaal. Ravensteijn den 16 septembris 1679. Ondertekent: Theod: van Gheest scholtis; Joseph Jans van Selantt schepen; Peter Peters schepen; TH: Baum landschrijver landschrijver
Uijt craghte van pandinghe, slijtinge ende uijtricking, verleende coopdagh op gereet ende ongereet, presenteren de dochters ende erfgenaemen van Frants Arts saliger tot Demen, publiquelick vort alle man te vercoopen het pandt van Ott Willems , om daervan te verhaelen conform scabe** obligatie van 150 gulden, met verloopen interesse van dien à tempore morae De executanten leggen hierinne haer pretensie, metter costen van reght, ende is bij uitbrannende kersse aen deselve vercooper verbleven, alsoo dattet vonnis wijsde , dat men naer reghten, ende costuijme locale, sall mogen vortvaeren. Actum Ravensteijn 15 maart 1680 getekend Theod van Gheest scholtis, Peter Peters schepen, Jan Wolters schepen; Theod: Baum landschrijver
In hetvolge van dese gerichtelicke vercoopinge; presenteeren de doghters en erfgenamen van Frants Arts saliger, naer evictie reght, voor de erste reijse te verpachten , het onderpant van Ott Willems. Den aanvanck sall wesen nu aenstonts oft naerden stoppeltijt . De betaling sall geschieden naer verloop van ’t jaer. Pachter sall goed burge stellen. Ijder hoogen sall wesen eene daalder te keeren naer hoogen ende ponkreghten, enn vor den landscriver. Paghter sall de gerechtigheijt betaelen van Hr Scholtis, schepenen en Rightsboode. Dit landt te verlaten naar verloop vant jaer, oft stop peltijt. Vorts sal men sig
reguleren naer gemeen heere voorwaerden den verpaghten dierlick,ende anders niet.