Archieven

88 Eerder had Jan Handricx van Venroij op 21 april 1662 aan Jan Jan Michiels een perceel verkocht zowel tuin als hofstad, groot ca. 7 roedes zoals hij van zijn ouders had geerfd, gelegen in deze heerlijkheid nabij de kerk, meestal genoemd de Zwaan, b.p. Corstiaen Dircx van Tartwijck verder rondom aan de straat, samen met het huis en de betimmering en met alles wat nagelvast erbij hoort. Nog een perceel land zowel tuin als boomgaard ca. 16 roedes ook nabij de kerk aan de andere kant van de straat tegenover dat huis, b.p. Antonis Henricks van Venroij waarvan is afgedeeld, scheidend met een voetpad, de gemeenschappelijke straat, het kerkhof van de kerk, de gemeijnte daar genoemd de Laeck, met het gebruik van de helft van het esthuis en de helft van de turfschop, maar de grond van dit esthuis en de turfschop blijft van Antonis Henricks van Venroij, alles zoals de verkoper dat van zijn ouders heeft geerfd toen hij weduwnaar was en onder de condities zoals vermeld in de verkoopcedullen en zoals in origineel hier achtergevoegd (zie folio 76-r en volgende, JT) o.a. dat de koper het bezit zou aanvaarden na de dood van de verkoper tegen betaling van 425 gulden aan de erfgenamen van de verkoper, of als de koper dat wenst daarvoor een jaarlijkse rente van 5 % te betalen tot de tijd toe dat de erfgenamen van de verkoper meerderjarig zullen zijn en die rente zal lopen vanaf de sterfdag van de verkoper tot de tijd toe dat het bedrag wordt afgelost. Het is nu zo dat Jan Jan Michiels die koopsom tot vandaag de dag toe nooit heeft betaald en hij verklaart ook nu onmachtig te zijn om te betalen.