Archieven

99 Wij Goijert Loeff en Lambert Rennen leenmaanen en schepenen van ‘ons heeren des Conincx’ in ‘s- Hertogenbosch maken het volgende bekend: “Alsoot onsen Heere den Coninck bij sijne majesteyt opene brieven in date den xxiii february 1582 op de plycke geteekent J. de Witte besegelt metten groten zegel van Brabant belooft heeft te consenteren Heeren Peteren Grinsven priestere ende canonick der Cathedrael der kercken van ‘sHertogenbossche te mogen fonderen ende erigeren eenen wandelgraet oft collegie van vyffthien eersame ende leersame scholieren, te doteren totter somme van vijffthien duijsent gulden eens, met restrictie dat die gueden totter selver fondatie temploijeren sullen staen te schote, lote ende gebuerlicke rechten in sulker natueren als die tot noch toe sijn geweest, mits in recognitie vanden selven consente jaerlijcx ende erfflijcx gevende ende betalende tot proffijt van sijn Majesteyt een rente van twee gulden tot xx stuyvers siaers, waer aff den eersten verschijndach sal wesen kersmisse anno 1583 ende daer voor te stellen goede seeckere ende vaste hypotheeck ende panden ende dat volgen[s] de besloten brieven van mijns heeren van de finantie in date den vi augustij 1583 aen mijn Heeren die president ende andere Heeren van de Reeckenkamer in Brabant iegenwoordelijck residerende te Namen geschreven – Soo ist dat wij Goijert Loeff ende Lambert Rennen voorschreven inne presentie van Sijmon Fierlants Raedt ende Rentmeesters Generael van sijn Majesteyts Domeijnen inne den quartier van ‘sHertogenbossche ons hebben getransporteert [mits der indispositie ende sieckte der voors. Heeren Peteren] ten huijse ende voor den sieckbedde des selfs heeren Peters ende heeft alsdoen gelooft ende gelooffden mits desen jaerlijcx ende erffelijcx te geven ende te betalen in handen van den voorn. rentmeester nu wesende ende namaels comende tot behoeff van sijn Majesteyt ende tot prouffijt desselfs,

319 Op 27 november 1755 is voor sijne Majesteijts privien raad tot Brussel, binnen de stad van Namen verschenen Ferdinanda Gabriel Carolina de Neverlee van Boulet, kanonikersse van het edel en doorluchtige capittel a Moustier op Sambre, mij notaris bekend dat ze gemachtigd heeft Baron van Bierens, grootdeken van Aken om het chijnsboek te verkopen genoemd Heslichshem cijns en Vechel haar gesuccedeerd door de dood ab intestato van mevrouwe de Redinchoven haar moederlijke moije en als naaste bloedverwant […] Ferdinandus de Neverle van Baulet haar broeder in deling tussen hen gedaan etc.

9 militaire historie:
relaas over een dodelijke steekpartij door soldaat Croon in het regiment van Buchwitz aan de persoon van een soldaat van het regiment van Cunningham die hij op een ‘moorddadige wijs van agteren doorgsteeken’ zou hebben, waarbij de paters van het klooster der recollecten worden genoemd te Namen en de bisschop ter plaatse – zie ook folio 77 verso en folio 83 verso over deze zaak

53 Reactie op een rekest van de hoofdofficieren en kapiteins van het regiment van kolonel Randwijk te kennen gevende dat de supplianten op 5 maart 1745 van haar Ed: Mo: een aanschrijven hebben gekregen om te velde te gaan nl. dat het regiment 27 maart 1745 vanuit Namen naar ’s-Hertogenbosch en 23 mei naar Brussel, 5 juni naar Mons en van Mons naar Namen heeft gemarcheerd en dat ze hun veldequipage in orde hebben gehouden verwijzend naar het opmaken van een afrekening via de generaliteitskamer van 400 gl. per compagnie