Archieven

23 Maria Brandts weduwe Rijk Princen geassisteerd met Hermanus H. Elemans, wonend te Megen geeft te kennen 1e. dat wijlen Jan van de Coolwijk haar gewezen schoonzoon in huwelijk had wijlen Wilhelmina Princen aan Elisabeth van den Berg, wonende te Nijmegen f 600,-- schuldig was en zij comparante met wijlen hare man als borgen fungeerden en deze hebben afgelost f 600,- uit hun eigen boedel uitgestaan bij Peter Mooren te Appeltern; 2e. dat zij comparante weduwe, van zodanig kapitaal van f 500,- als wijlen haar voorn. schoonzoon Jan van de Coolwijk bij obligatie van 24-04-1782 schuldig is aan Catharina van Gennep na overlijden van dezelfde Jan van de Coolwijk en zijn voorn. vrouw der comparantes dochter, beide in 1792 overleden, betaald heeft de jaarlijkse rente verschenen 01-05-1793 en zo vervolgens van jaar tot jaar met f 20,-. Zij verklaart in haar laatste wil dat de kinderen en erfgenamen van wijlen voorn. Jan van de Coolwijk bij overlijden van haar comparante inkomsten van eerstgemelde f 600,- gefaseerd worden voldaan

47 Francis Lambert van Loon, inwoner alhier verklaart uit kracht van de clausule reservatoir van zijn muteel testament met zijn overleden vrouw gepasseerd op 17-3-1770 voor notaris Hendrik ter Croije en getuigen binnen ’s-Hertogenbosch te begeren dat het testament na zijn overlijden volkomen effect zal sorteren. Hij maakt echter een toevoeging aan het testament. De goederen die door hem als weduwnaar zijn aangekocht of verworven zullen door zijn geïnstitueerde en gesubstitueerde erfgenamen geërfd worden op de zelfde wijze als ten aanzien van andere goederen in het testament bepaald is. De erfgenamen zullen zijn neven Lambert Jan van Loon en Willem Anthonij Jan Tijssen niet belasten met het doen van rekening en verantwoording van de administratie die ze over zijn goederen hebben gevoerd. Hij dechargeert zijn neven. Hetgeen zijn neef Lambert Jan van Loon na zijn overlijden zal opgeven aan kostgeld en andere verschotten, zal hij vooraf uit de nalatenschap krijgen. Hij benoemt zijn neef Lambert Jan van Loon tot executeur van zijn nalatenschap.

45 Aart Willem Paters, wonend alhier en Elisabet Willem Paters weduwe van Claas Dielis van Amstel mede wonend alhier verklaren dat zij bij het overlijden van Jan Willem Paters enige vaste en onroerende goederen hebben geërfd. Het levenslange vruchtgebruik daarvan is echter toegewezen aan Dirris Jan Ariens weduwe van Jan Willem Paaters. Het voorschrift of de costumen van de stad ’s-Hertogenbosch schrijven voor dat kinderen niet gelijkelijk met hun omen en tantes kunnen delen tenzij ze hun ouders representeren volgens titel 17, artikel 5 der Aartshertogen van Brabant van 7-3-1609. Bij het overlijden van Dirris Jan Ariens zullen de goederen vererven op de kinderen van de comparanten en op de nog in leven zijnde comparant staaksgewijze, dus ieder voor de helft.

119 Dispositie
en quittantie
Johannes van de Weetering te S Bosch