Archieven

498 De heer van Campen draagt aan de advocaat van Herlaer op de volgende percelen te verkopen. Een perceel akkerland genaamd de Reeacker gelegen te Vught. Belenders: Baetie Backers en de tafel van de H. Geest te 's-Hertogenbosch. Een perceel land genaamd het Hagelcruijs gelegen te Vught. Belenders: de tafel van de H. Geest te 's-Hertogenbosch en Heijlken de weduwe van Handrick Huijbers. Er rusten cijnzen op te betalen aan Hendrick Lenier wonend te Brussel en aan Jan Olimaets koopman te Antwerpen.

200 Aert, Jan en Anneken onbejaarde kinderen van Jan Artsen Olislagers en van Jenneken Janssen Verhoeven hebben zich bij de schepenen beklaagd dat bij de erfdeling de waarde van de goederen in Cromvoirt te laag is ingeschat. De schepenen van Vught geven nu opdracht aan Gijsbert Jansen Covel en Handrick Jansen van Gestel de momboren van deze kinderen om dit behoorlijk te herstellen.

1106 Wij, Ancem Jan Niclaes Goossens en Jacop van de Zande als schepenen en Cornelis van de Nouwlant als secretaris verklaren dat Dirck Henricks Weijmans komend van de heer baron Slavida op 19 juli 1640 in Boxtel is aangekomen, ten huize van de secretaris en eiste bevestiging van diens opdracht van graaf Willem van Nassau en daarna is er door deze Dirck gevraagd om die opdracht aan het bestuur van Boxtel te oiverhandigen. Genoemde graaf Willem wil weten of die opdracht goed is overgebracht of niet en of er naar gehandeld zal worden. Vanwege de afwezigheid van de drossaarrd heeft deze Dirck moeten wachten tot de 20ste van die maand, toen de secretaris de bevestiging heeft uitgeschreven en Dirck was daarover kwaad dat hij zo lang heeft moeten wachtem en hij wilde een kar hebben om naar St. Michielsgestel te worden gebracht, omdat zijn voeten pijn deden. Toen de kar klaar was is Dirck evenwel toch te voet vertrokken. Verder had Dirck in Boxtel alleen eten en drinken gevraagd en geen geld of dat iemand gehoord zou hebben dat hij geld eiste. Als oorkonde opgemaakt 24 oktober 1640.

1085 Heer secretaris : Dit dient dadelijk te worden betaald hetgeen mijn vrouw van haar bezit te Boxtel heeft te vorden waarvan ze een gezegelde brief bezit en dat is met instemming van mij gebeurd. Ik zou daar zelf willen komen maar omdat niemand van de burgers vooralsnog uit durft te gaan, verzoek ik U daarvan vestbrieven te maken alsof ik daar zelf bij aanwezig was. Is door mij persoonlijk ondertekend : Datum 11 juli 1639 in Den Bosch, Harman Brouwers (?).