Archieven

26 Theodurus Hagen der medicijnen doctor, als procuratie hebbende van Maria Adelheijdis van Heuckelum laatst weduwe van Geijsbert Cornelis Hagen en nu getrouwt met Wilhelm [Bouwstetter], in dato 08-08-1682 gepasseert voor schepenen Marthini Jansse en Cremert der heerlijkheid Venraij, ons schepenen gebleken, behoevende seeckere acte van overgeving van vrouwe Maria Adelheijdis om de ondergenoemde goederen te mogern bezwaren en veralineren. En heeft de comparant gevest Arnolt van den Berch kapitein-luitenant van Johan Belgicus, graaf van Hoorn ( Horne) en Barbara Seracles e.l. een rente van 90 carolusguldens, waarvan de eerste jaarrente verschenen zal zijn 18-02-1684. Ter betalen uit onderpand van een camp hooiland genaamd Luttelbroeck tot Groot-Linden gelegen, groot 5 mergen. Met een zijde neven erve Jacob Coebergh genaamd Het Cruijske, de andere zijde nevens erve Hendrick Jochems, een eind aan de gemene straat en het laatste eind aan de Langel. De rente is te lossen met 1500 carolusguldens. Ten overstaan van Reijnier de Haan en Loeff Coenen schepenen tot Cuijk.

743 Roelof van Os als volmacht hebbend van jouffrouwe Catharina van Ertwech vrouwe van Johan Beers drossaard tot Hoogstraten heeft in deselve qualiteijt opgedragen etc. Johan Diemers borgemeester deser stadt inder tijt en sijnen erven enen besegelden brieff gepasseert voor schepenen deser stadt den 25-9-1539 inhaldende en begrijpende zesste enckeler golden hertoch philipusgulden goed van goud. Alle jaren verschijnende op St Michielsavond slaende op de wijn- en brouwer accijs deze stadt, nae breeder inhoudt van de voorschreven besegelde brieff daar dese tegenwoordighe transfix doorgesteken is met alle de pachten daerop verloopen En heeft daerop vertegen etc. Alsoo etc. Gelovende etc. Zonder argelist. Schepenen Abraham de Jonge en Gerit Daems.

214 Cornelis Crebbers heeft gevest aan Geertruijt Crebbers weduwe van Arnoldus van de Heijden, licentiaet in beider rechten een jaarrente van 9 carolusgulden uit onderpand van camp weiland genaamd het Elfcampke met beide zijden en een eind op de gemene straat, het laatste eind op Peeter Broeren erf. De rente mag gelost worden met 150 carolusgulden eens.

211 In marge: deze rentebrief is gelost, gekweten en geroijeerd dd 16-09-1671. Peeter Jans, jongman tegenwoordig wonende bij de stadhouder van de hoofbank van Cuijk en Grave heeft gevest aan Trijneke Cuijper weduwe van Geerit Jans Sweerman een jaarrente van 6 carolus gulden te betalen uit onderpand van een stuk nieuw erf op het Rodt onder deze gemeente bij hem van de gemeente gekocht en afgegraven dd 19-05-1661. Deze rente kan gelost worden met 100 gulden.