Archieven

122 In de naam van de Heer amen. Vandaag 10 januari 1645 verscheen voor mij notaris en getuigen Lijsken dochter van Aert Peter Colen weduwe van Willem Henrick Rutten gezond van lijf en leden en in het bezit van haar verstand en geheugen. Ze beseft de broosheid van het menselijk bestaan, de zekerheid van de dood en de onzekerheid van de tijd waarop en wil daarom eerst over haar tijdelijk bezit beschikken en haar testament opmaken. Ze herroept en annuleert haar voorgaande testament dat ze 4 jaar geleden heeft gemaakt in aanwezigheid van haar zuster Aelken Aert Peter Colen en wil dat alleen dit huidige testament wordt nagekomen (op 23 oktober 1643 = doorgestreept), ook al zou het op sommige punten strijdig zij met ander recht. Ze beveelt haar ziel zodra ze is komen te overlijden aan bij de almachtige God en wil in gewijde aarde worden begraven. Als erkenning van haar naamspatroon en voor het geval ze eventueel onrechtvaardig bezit heeft verkregen vermaakt ze aan de kerk van Den Dungen 26 stuivers eens en de H. Geest van Den Dungen ook 26 stuivers. Verder vermaakt ze aan Willemke (?) Adriaen van Son op ...6 gulden eens. Ze vermaakt aan Willem zoon van Geurt Huijberts waarvan ze peettante is, de som van 25 gulden eens die genomen zullen worden van het goed dat zij testatrice van haar broer Aert Peter Colen heeft geerfd, direkt na haar dood door hem te ontvangen. Verder vermaakt ze aan de minderjarige kinderen van Claes Claessen verwekt bij Katalijn dochter van wijlen Peter Aerts zijnde haar nicht het achterste stuk weiland genoemd de Buender dat zij testatrice heeft geerfd van wijlen haar ouders. Nog vermaakt ze aan genoemde minderjarige kinderen een kapitaal van 200 gulden met een rente van 10 gulden per jaar en het weiland en dit kapital na dood van de testatrice in ontvangst te nemen, maar de 10 gulden per jaar zal een tijdlang worden betaald uit haar andere bezit dat ze van haar ouders heeft geerfd totdat de kinderen meerderjarig zijn geworden