Archieven

157 Vandaag 24 december 1643 verscheen voor mij notaris en getuigen Hendrick Geert Claessen van Hannen en Jan Wouter Tijssen en hebben verklaard dat ze door bemiddeling van goede mannen hun kwestie hebben geregeld over de verwonding die Jan Wouter Tijssen bij Hendrick Geert Claessen van Hannen had veroorzaakt. Genoemde Jan Wouters moet aan Hendrick Geerts de kosten betalen van meester Guilliam chirurg te Boxtel, zijnde 25 gulden, in mindering op diens verdiende salaris voor het helen of vanwege de verwondingen. Verder had eerder Tijs Claessen in naam van Jan Wouter Tijssen met Henrick Geerts afgesproken en overeengekomen om de som van 62 gulden te betalen, maar zal nu de genoemde 25 gulden eerst betalen, mits dat Jan Wouter Tijssen het restant tot aan deze 62 gulden alsnog zal voldoen, maar Hendrick Geert Claessen van Hannen heeft om Godswil en tot "caritaet" kwijtschelding willen geven zoals Henrick Geerts aan genoemde Jan Wouters nu heeft verklaard dat het is kwijtgescholden, onder voorwaarde dat Jan Wouters hem nu of in de toekomst nooit meer op enige plek zal mogen beledigen of hinderlijk lastigvallen, maar zal moet hij aan Hendrick vriendschap en genegenheid betonen en als dat niet gebeurt komt deze overeenkomst te vervallen en is alles weer zoals voorheen in dit geschil het geval was, zoals Hendrick ook aan Jan Wouter Tijssen belooft te doen. Als de genoemde 25 gulden zijn betaald, komen alle kwesties en meningsverschillen te vervallen, mits dat Jan Wouter Tijssen de kosten van deze overeenkomst betaalt zoals het verteer en het schrijfgeld. Als Jan Wouter Tijssen zijn boete niet aan de heer betaalt, dan zal Hendrick Geerts daarmee niets van doen hebben. Aldus geschied in aanwezigheid van Jan Deelis Weijgergancks en Jan Janssen Spierincks als poorters van Den Bosch en getuigen. Ondertekend: dit merk is van Jan Wouter Tijssen, Hendrick Geerits van Hannen, J.D. Weijgergancks, Jan Janssen Spierincks, quod attestor A. de Gram openbaar notaris.