Jan, zoon van de testateur en Jan Peters als schoonzoon, ontvangen een gift tijdens het leven. Betreft alle paarden, vee , hooi, stroo, granen etc. in 2 helften vooraf te delen, zonder dat de andere kinderen van de testateur daartegne bezwaar kunnen maken. Zulks vanwege verleende trouwe diensten en ook vanwege de uitzet zoals de andere kindren al hebben gehad. Deze 2 moeten wel alle schulden betalene behalve een bedrag van 150 gulden dat de testateur heeft opgenomen van de erfgenamen van Jacobus van Gulick, dat door alle kinderen samen zal worden betaald. Verder mogen ze beiden alle posten uit het burgemeestersboek invorderen. Moeten wel de uitvaart bekostigen. De beiden moeten aan Meuwis Janssen zijnde de andere zwager, een koe geven en een kalf of leeg beestje en een zak rogge, die door Meuwis aan hem in de Franse tijd waren geleend. Er zijn nog 2 andere kinderen van de testateur. Jan krijgt nog apart alle bijenstokken van de testateur.
Adriaan Goijarts, notarisgetuige Heesch 1687
Jan Janssen, notarisgetuige Heesch 1687