Archieven

148 Missive van de raad en rentmeester generaal der domeinen van Brabant Weveringh van Holij reagerend op klachten die op zijn kantoor zijn binnengekomen over diverse transgressies [= overtredingen] tegen de resoluties van 14 augustus 1683 en de daarop gevolgde publicatie van 30 november 1716 zijn gepleegd en dat hij zich voorzien van een behoorlijke assistentie heeft vervoegd te Peelland ten overstaan van schepenen op de plaats alwaar de uitmoeringen op diverse plaatsen gedaan waren en nog gedaan werden, waaraan zoch o.a. hebben schuldig gemaakt Cornelis Jan Joosten een beemd onder Sint Oedenrode, Peter Peterse Zeelen een beemd onder Breugel, Jan Diricx van de Kol een stuk heide en de weduwe van Gerrit Schaats een stuk groes, als ook Willem van Bree en de weduwe Gijsbert van de Zande ieder een beemd onder Tongelre allemaal in kwartier Peelland, allen ‘geringe menschen zijnde’ die hij heeft laten beboeten [met details]