Archieven

66 Vandaag 13 maart 1686 verscheen voor mij notaris en getuigen Paulus Gijsberts Paulussen, wonend te Gemonde in de heerlijkheid St. Michielsgestel en verklaart van Jan Mattijssen van der Merendonck wonend te St. Michielsgestel de som van 100 gulden te hebben ontvangen, waarvoor hij aan hem een akkertje in onderpand had gegeven groot ca. 2 lopenzaad met het groesbeekje eraan gelegen te Gestel ter plaatste genoemd ´t Rulder, belendend de weduwe van Jan Claes Spierincks, Corst Jan Broeren, Willem Antonissen. Genoemde Jan mag dat akkertje gebruiken of verhuren etc., voor de tijd van 3 jaar, ingaande per heden datum. Als Paulus het geld dan niet terug wil geven, mag Paulus het geld opnieuw 3 jaar langer onder zich houden en mag Jan het akkertje blijven gebruiken, maar men dient elkaar dat 3 maanden vooraf kenbaar te maken. Na afloop van de 3 of de 6 jaar, zal Jan van de Merendonck als de 100 gulden zijn teruggegeven, het akkertje moeten verlaten. Jan zal tijdens het gebruik van het akkertje alleen de dorpslasten en verpondingen betalen en de andere lasten zijn voor rekening van Jan Paulus Gijsberts. Als Jan na de 3 of de 6 jaar de 100 gulden niet volledig terugbetaalt, zal de verpanding blijven doorlopen totdat alles is betaald. Jan zal tijdens die jaren ook het hout op het akkertje mogen kappen en mag er ook vlaggen alsof het zijn eigen land was. Actum Den Dungen, getekend : Paulus Gijsberts, Jan Tijssen van den Merendonck, Jan Hendricks, Hendrick Huijsmans et me presente W. van Gestel notarius publicus.