Archieven

335 Vandaag 24 mei 1692 verscheen voor mij notaris en getuigen Willem van Sprangh wonend te Middelrode in de heerlijkheid Berlicom die verklaart aan Jan Hendricks de Hartog wonend in de Dungen een woonhuis te hebben verhuurd met tuin, boomgaard en aanliggend teulland in totaal groot ca. 3 lopenzaad, gelegen onder Den Duingen ter plaatse genoemd het Woudt. De huur loopt voor 4 achtereenvolgende jaren, maar elk der partijen kan na 2 jaar eindigen en die zulks wenst te doen dient dat de ander uiterlijk met Kerstmis op te zeggen. De huur voor de tuin en de boomgaard gaat in per half maart en het woonhuis, de bietentuin en de graskanten met Pinksteren, alles van dit jaar 1692. De huur bedraagt 24 gulden per jaar plus 2 vijmen dakstro voor het huis en de huuder moet het perceel schouwvrij houden wat betreft de dijken, straten en waterlopen. Verder moet de huurder de jaarlijkse contributies en verpondingen betalen en dat onverminderd de huursom die steeds met Pinksteren dient te worden betaald en voor het eerst met Pinksteren 1693. De verhuurder houdt voor zichzelf de zijkamer van het huis om door hemzelf of een ander te worden bewoond, maar de verhuurder zal een aparte uitgang daarvoor maken, als de huurder dat wil. De huurder moet verder mee helpen witten en lijmen aan het woonhuis. Actum Den Dungen, ondertekend : dit merk is van Michiel Willems van Sprangh, Jan Hendricks, Claes Janssen van Griensven, Aelbert Hendricks et me presente W. van Gestel notarius publicus.