Archieven

63 Deze akte is opgemaakt om problemen te voorkomen tussen de voorkinderen van Jacob de zoon van Jan Handrick Reijnders en van wijlen Aelken de dochter van Aert Goortsen aan ene zijde en de voorkinderen van Maijken de dochter van Jan Andriesen en van wijlen Aert Jan Bancken aan andere zijde. Deze akte is opgemaakt op initiatief van de volgende momboren, Aert Hens Driesen; Cornelis Jan Bancken; Aert Aertsen van Cromvoirt en Jan de zoon van Jan Handrick Reijnders. De erfdeling wordt als volgt: De voorkinderen van Jacob en Aelken genaamd Jan en Lijsken krijgen na het overlijden van Jacob de roerende en onroerende goederen die in het bezit waren van Aelken waar Jacob het tochtrecht van had. De voorkinderen van Maijken en van Jan Bancken genaamd Jenneken, Peter, Maijken, Margriet, Anneken en Jan krijgen de roerende en onroerende goederen die Aert Jan Bancken van zijn ouders heeft geërfd. Bovendien is een perceel teulland op Deuteren door Aert Jan Bancken verkocht aan Jacob Jan Handrick Reijnders. Dit was toegestaan volgens het testament gepasseerd voor notaris Jan van de Venne dd 27-06-1627. De zes onmondige kinderen verkrijgen een perceel land te Vught aan de Leie en een perceel moerland in het Maelebroeck te Helvoirt. Belender hiervan is Cornelis Handricx. De zes onmondige kinderen zullen deze 2 perceel verkrijgen in plaats van het verkochte land te Deuteren. Verder is bepaald dat de 6 kinderen van Aert Jan Bancken en de 2 kinderen van Jacob Jan Reijnders en de nog te verwekken kinderen van Jacob Jan Reijnders en Maijken Jan Andriessen allen gelijke erfgenamen zullen zijn van de door dit echtpaar na te laten goederen. De goederen die Maijken van haar ouders heeft verkregen of samen met haar eerste man gekocht horen hierbij en zijn volgende percelen. Enige percelen land in het Kerckenbroeck te Helvoirt, 1/4de deel van huis met toebehoren te Helvoirt aan de Gesel, perceel land in den Brant te Udenhout, een perceel land genaamd den Molscamp,