Archieven

155 Egbert Gerrits, landbouwer te Sambeek; Antoon Tillemans, klompenmaker en zijn vrouw Wilhelmina Gerrits te Wanroij; Egbert Gerrits, arbeider te Wanroij en zijn vrouw Maria Gerrits; Johannes Gooren, bouwman en zijn vrouw Rijntje Gerrits te Ledeacker; Hermanus Gerrits, zonder beroep te Ledeacker; allen ter eenre zijde. Peter Vogelzangs, landbouwer te Sambeek; Peter Vogelzangs, landbouwer te Oploo; Antoon Coenen, landbouwer te St. Anthonis; Hendricus Coenen, bouwman te St. Anthonis; Johannes Coenen, dagloner te Haps; Johannes Maas gehuwd met Hendrina Coenen, bouwman te Oploo; Jan Bergmans gehuwd met Elisabeth Coenen, arbeider te Oploo; Leendert Willems, arbeider en zijn vrouw Maria Coenen te St. Anthonis; allen ter andere zijde. Comparanten hebben een geschil over de nalatenschap van wijlen Eerke Gerrits en wijlen haar man Arnoldus Vogelzangs. Comparanten ter andere zijde hebben recht op alle inkomsten van vruchtgewassen over de jaren 1814, 1815 en 1816, getaxeerd op f 1.000,-, alsmede op de helft van levende have en vruchten nog te velde staand, thans getaxeerd op f 600,-. Comparanten ter eenre zijde moeten alle proceskosten betalen, ook van de twee eerdere uitspraken, zijnde f 600,-. Ze nemen verder een obligatie over, groot f 2.000,-, ten voordelen van wijlen kapitein Wiedeman en zijn vrouw Cambiaso, onder aftrek van wat er reeds afgelost mocht zijn en ontvangen alle onroerende goederen. Het betreft een huis met schuur, schop, bakhuis, moeshof, aangelegen bouw- en weiland, gelegen aan de Sambeekse Hoek, nog weiland aldaar en bouwland te St. Anthonis. Zie akte 157 en 161.