Archieven

86 Voor mij notaris en getuigen verscheen Niclaes Aerts van der Aa oud ca. 45 jaar en Peter Janssen van Boekel oud ca. 20 jaar en hebben op verzoek van Geert zoon van Jan Delis Weijgergancks een verklaring afgelegd. Peter Janssen verklaart dat hij afgelopen 25 september ´s-nachts omstreeks middernacht aan het huis stond van Jan Delis Weijgergancks en dat er toen 2 of 3 jongelui zijn gekomen die hij attestant niet kende, en dat de declarant een van hen bij de naam noemde zijnde Mattijs zoon van Jan Mattijssen Spierincks zijnde diens cosijn, en een andere genaamd Jan Claessen zijnde de knecht van Deelis Janssen van de Steen en Hermen Mijsen de knecht zijnde van Jan Mattijs Spierincks, die zodra ze thuis kwamen met geweld op de wand hebben geslagen zodat tenslotte er het venster werd uitgeslagen dat met geweld in de kamer vloog en hebben geroepen dat ze binnen wilden komen en ondanks dat de vrouw des huizes hen tot andere gedachten wilde brengen waarbij ze hen zei dat ze als goede eerlijke knechten naar huis zouden gaan zonder daarbij overlast voor goede lieden te zijn, zijn ze doorgegaan met slaan en stoten en ze gaven aan Beerten zijnde de vrouw des huizes veel kwalijke woorden en slechte namen zodat tenslotte Jan Dielis Weijgergancks op de zolder is gelopen en om hulp heeft geroepen, zoals genoemde Geert heeft gezien die uit het huis tegenover hen was komen lopen om hen uit huis te krijgen. De attestant verklaart nog dat hij toen voor Jan Dielis Weijgergancks werkte en door het groot lawaai en tumult vanuit zijn bed is gelopen en alles zo heeft gehoord en gezien. Genoemde Niclaes verklaart dat hij als timmerman de andere dag is gekomen ten huize van genoemde Jan Delis Weijgergancks en heeft gezien dat het leem van de muur binnen en buiten de kamer danig was weggeslagen en op de grond lag en hij heeft het uitgestoten venster weer gemaakt en terug gezet.