Archieven

196 Pieter Jacobus van der Meulen, wonend te Maren verkoopt hooi- of weiland te Kessel in de Groote Kamp op den bovenste Wal, oost de weduwe Hendrik van den Bogaerd, west de kinderen Gerrit Geelings, zuid de Vorststeeg en noord Alexander van Linden, hem aangekomen bij erfenis van Godefridus Hack volgens testamentaire dispositie gepasseerd voor schepenen van Maren 15-8-1767, aan Leendert van Duuren, wonend te Ravenstein, hofraad van zijn doorluchtige hoogheid van de Paltz en landschrijver van stad en land te Ravenstein ten behoeve van diens dochter mejuffrouw Anna Catharina van Duuren, wonende te Maren.

99 Jan Blankers te Kessel, mede-executeur en regelaar van boedel en nalatenschap van Jan Leenen en zijn vrouw Judith Blankers, gewoond en overleden te Amsterdam en bovendien voogd van Maria Susanne Leenen, enige dochter van overleden echtpaar, volgens aanstellingsakte voor notaris Isaac Pool te Amsterdam 28-08-1788 nà goedkeuring door heren officier en schepenen van Kessel 22-11-1788 heeft op 12-12-1788 verkocht en bij deze overgedragen 1 morgen en 3 hont hooi- of weiland te Kessel in de Busserhoef, oost kerk van Kessel, west Hofraad van Duuren, zuid Gijsbert van Krevel en noord de Lankersteeg aan Francis van den Heuvel te Kessel, oud-schepen, voor 297 gulden inclusief de stroken samen met alle brieven en bescheiden die daarbij horen. Dit perceel heeft voornoemde minderjarige verkregen uit nalatenschap van haar ouders die het op hun beurt hebben verkregen uit nalatenschap van hun ouders volgens akte van scheiding en deling 26-03-1770. De koper neemt alle kosten en lasten, rechten en dienstbaarheden in bijzonder onderhoud van 4 vadem Maasdijk bij paal 9a onder schouw van Maren als ook Kesselse Graaf, onderhoud van straten, stegen, wegen en waterlopen en ’s-lands-, dorps- en polderlasten. De overdrager verklaart dat het perceel vrij eigendom is en niet dient als onderpand.

484 Mr. Willem Gerardus van Oijen, burgemeester van Tiel, nu residerende te Velp, verkoopt aan zijn zoon Louwis Antonij van Oijen de volgende huizen en landerijen onder Velp: 1. een extra schoon gebouw met separate kolfbaan, stal en superbe tuin met 3 koepels, genaamd Huijs Hamsteijn, gelegen aan een visvijver. Belast met een erfpacht aan de heer De Raedt; 2. een huis tegenover het vorige; 3. een huis, bewoond door de smid, aan de gemeene straet; 4. een huis met land aan den Soomerdijck; 5. een stuk land waarop voorheen een huisje stond dat eerst toebehoorde aan de erfgenamen van Ruth den Mezzelaar, gelegen naast het erf van P. van der Wiele; 6. een stuk bouwland overgenomen van Cobus Bartels; 7. een stuk bouwland overgenomen van Gerid Braeninge; 8. een stuk bouwland overgenomen van Derck Bartels, met een jaarlijkse afdracht aan het St. Catharina Gasthuis te Grave; 9. 2/3 van een akker genaamd de Eekte, belast met een erfpacht aan hofraad L. van Duren; 10. een stuk land overgenomen van Derc Bartels en zijn broers. De goederen zijn belast met een obligatie van 500 gulden ten gunste van de Latijnse school te Ravenstein. Geprotocolleerd: 15.03.1788.

246 Mr. J.J. van Willigen, rentmeester der heerlijkheid Ravenstein, en Wout Abels en Jan Opsteegh, schepenen van Velp, verklaren dat voor hen verschenen zijn G. Tibos, pastoor te Velp, en Jan Boeraecker als gevolmachtigden van Arnold. van Dijck en zijn vrouw Maria Thijsse en van Wout. van Stippend en zijn vrouw Lucia Thijsse. Eveneens verschijnt de Weduwe Math. Janssen, vergezeld door haar gevolmachtigden Sijmon van der Heide en Jan Joris (?) Leemers. Beide partijen zijn voor de helft erfgenaam van de nalatenschap van wijlen Thijs Janssen. Zij verkopen tezamen aan hofraad en landschrijver Leonard van Duren en zijn vrouw J.C. Haeck een boerderij genaamd Thijsse Hoff, grenzend aan het erf van de kopers, Jan Dirx en Jan Walravens. Op de hoeve rusten dezelfde lasten die ook al golden voor de vorige eigenaren, wijlen Math. Jansse en Laemerke Teunisse, en hun voorzaten. Geprotocolleerd: 28.12.1768. Toevoeging: geprotocolleerd in het rentmeestersregister op 15.06.1768, fol. 318.