Archieven

97 Voor mij notaris en getuigen verschenen Rutger, Jan en Peter broers, verder Maria en Cornelis Rut Jacobs als man van Hendersken, gezusters en alle meerderjarige kinderen van Dielis Rutten van Griensven verwekt bij wijlen Peterken dochter van Peter Dircks en machtigen hierbij monsieur Johan van Megen als klerk op de secretarie in Den Bosch of aan toonder dezes en geven hem volmacht om voor schepenen van Den Bosch te verschijnen en daar de boedeldeling te laten goedkeuren die ze onderling met elkaar hebben gemaakt van het bezit van wijlen hun ouders zoals werd opgemaakt voor mij notaris Willem Mans d.d. 22. januari 1694. Ze beloven alles hierin na te komen wat door hun gemachtigde zal worden gedaan. Aldus gepasseerd in Den Dungen op 29 januari 1694, in aanwezigheid van Teunis Janssen Spierincks en Jan Antonissen Spierincks als getuigen. Ondertekend: Rut Delissen van Griensven, Jan Delissen van Griensven, Peeter Delissen van Griensven, Marie Delissen van Griensven, Nelis Rut Jacobs, Tonis Janssen Spierincks, Jan Antonissen Spierincks, mij present W. Mans notaris.

78 Voor mij notaris en getuigen verscheen de heer en meester Johan Pittens wonend te St. Michielsgestel en machtigt hierbij de heer Claes de Bie, notaris en procureur in Den Bosch, en geeft hem opdracht om namens hem opdrachtgever voor heren schepenen van Den Bosch te verschijnen en daar van monsieur Peter Morel inwoner aldaar en meester-chirurg een vierde part en het andere resterende drievierde deel over te dragen ten behoeve van de erfgenamen van wijlen Jean Voetier, ten laste van de opdrachtgever, daarvoor een schepenschuldbrief te laten opmaken van 1200 karolusguldens voor de vermelde drievierde parten vanwege geleend geld, door deze Jean Voetier aan de opdrachtgever in twee termijnen verstrekt en geleend, de ene zijnde een obligatie van 500 gulden d.d. 4 januari 1664 en de andere van 400 gulden d.d. 26 augustus 1678 en voor het resterende vierde deel van de vervallen rentetermijnen van deze twee obligaties door monsieur Pieter Morel op verzoek van en ten behoeve van de vermelde heer opdrachtgever aan de erfgenamen van Jean Voetier betaald. De gemachtigde moet in die schuldbrief voor de constituant beloven dat die 1200 gulden met de rente ervan tegen 5 % per heden datum over een jaar betaald zal worden aan Pieter Morel en aan de erfgenamen van Jean Voetier, vrij van lasten en in Den Bosch te voldoen. Als het bedrag op die datum niet zal worden betaald zal de zelfde rente blijven doorlopen totdat de hoofdsom is voldaan. De gemachtigde moet verder alles doen dat de opdrachtgever zelf voor ogen gehad zou hebben. De opdrachtgever belooft alles na te komen wat daarin door zijn gemachtigde zal worden gedaan en zal hem daarvoor vrijwaren. Aldus gepasseerd in St. Michielsgestel 7 oktober 1693 in aanwezigheid van Jan Teunissen van Uden als gewezen borgemeester hier en Gerard van Uden wonend alhier in deze heerlijkheid als getuigen. Ondertekend: J. Pittens, Jan Tonis Janssen van Uden, Gerard Janssen van Uden, mij present W. Mans notaris.

71 Voor mij notaris en getuigen verscheen Jan Hendrick Cox alhier wonend en Gerit Goijaerts van Oorschot als man van Maijken Claessen van den Bosch, wonend te Gestel als naaste vrienden en erfgenamen van Hendrick Claessen van Den Bosch en machtigen hierbij Aert Martens van Dijck als marktschipper van Den Bosch op Middelburg en geven hem volmacht om namens hen zich te vervoegen ten kantore van de Oostindische Compagnie van de verenigde provincies Zeeland in de stad Middelburg en daar alle geld te innen dat Hendrick Claessen van den Bosch zijnde de zoon van de eerste comparant en schoonbroer van de tweede comparant, als gage en maandgeld daar had verdiend van deze compagnie op het Oostindisch schip *Het Wapen van ter Tollen*, waarmee deze Hendrick van den Bosch vanuit Middelburg voor die compagnie naar Oostindie was gevaren op een loon van 9 gulden per maand, en wel voor de maand maart of april 1673. De gemachtigde moet met de bewindvoerders van deze compagnie afrekenen, kwitantie van zijn ontvangst geven en verder alles doen alsof de comparanten er zelf bij aanwezig zouden zijn geweest. De comparanten beloven alles na te komen wat daarin door hun gemachtigde zal worden gedaan en zullen hem daarvoor vrijwaren, behalve dat de gemachtigde er later rekenschap over af moet leggen. Aldus gepasseerd in Den Dungen op 3 september 1693 in aanwezigheid van Hendrick Janssen Spierincks en Peter Jans Martens als poorters van de stad. Ondertekend: Jan Hendrick Cock, dit merk is van + Gerard Goijaerts van Oorschot, Hendrick Janssen Spierincks, Peter Jansen Martens, mij present W. Mans notaris.

64 Vandaag 7 augustus 1693 verscheen voor mij als notaris Dirck Cornelissen van Deursen en Teunis Janssen van Uden, borgemeesters, verder Gerit Aert Huijberts, Aert Hendrick Smulders en Delis Teunissen van Osch als kerkmeesters, Jan Janssen van Griensven, Gijsbert Antonissen Vuchts en Jan Dircks van Griensven als H. Geestmeesters van Den Dungen, nog Hendrick Goijaerts van Kempen, Jan Gerits van de Westerlaecken, Hendrick Jan Corst Spierincks, Delis Cornelis van Tongeren, Niclaes Henriks van Hannen, Jan Anthonissen van Casteren, Cornelis Hendrick Huijsmans en Hendrick Wouters van Den Bosch samen als inwoners alhier en derhalve het corpus van het gehucht Den Dungen vertegenwoordigend en machtigen hierbij monsieur Willem van Gestel notaris en Paulus Hendricks van Gerwen als burger alhier en ze geven hen opdracht en volmacht om namens dit gehucht zich te vervoegen hetzij bij de intendant of bij de commandant van de troepen van zijne majesteit de koning van Frankrijk welke troepen in de Meiereij van Den Bosch liggen of in het land van Luik, om bij deze intendant of commandant te vernemen wat voor eisen die stelt en aanspraken vanwege de contributies voor *brant* (brandhout), schat (belastingen) of andere zaken ten opzichte van dit gehucht, daarover met deze heer overeenstemming te krijgen, desnoods geld ten laste van het gehucht daarvoor aan te wenden en een wissel te trekken en verder alles daarbij te doen dat de gemachtigden naar bevind van zaken menen te moeten doen en hetgeen de opdrachtgevers zelf voor ogen gehad zouden hebben. De opdrachtgevers beloven alles na te komen wat door hun gemachtigden wordt gedaan en zullen hen daarvoor vrijwaren, behalve dat de gemachtigden daar later rekenschap over af moeten leggen. Aldus gepasseerd in Den Dungen in aanwezigheid van Hendrick Janssen Spierincks en Luijcas Mattijssen van Lieshout als getuigen.