Archieven

76 Lenaert Adriaen Jacobs (63) en Peter Peterssen (48) te Gemonde, jurisdictie Schijndel met een verklaring t.b.v. Peter Olifiers en Hendrick Frits, soldaten van de landdrost en Lenaert als eerste verklaart, dat de korporaal van het volk van de landdrost en Jan Franssen zijn zwager hem attestant in 1657 en 1658 heel veel en verschillende malen “groote impertinenten ende moetwillicheijt tsijnen huijse soo bij daege als bij nachte hebben aengedaen”. Onder andere, dat ze ’n keer op de voornacht zijn huis zijn binnengekomen met een roer in de hand en wilden hebben,dat de attestant, die op dat moment ziek op bed lag, alle kisten en kasten zou openmaken en als hij dat niet deed, dan zouden zij ze wel open slaan, zeggende dat daar gestolen goed, maar de attestant weigerde en zei niet te weten, dat hij gestolen spullen in huis had, maar met heel veel dreigementen gedwongen, dat hij alle kisten en kasten door het hele huis heeft laten openen en die doorzocht hebbende, kwamen ze geen gestolen goed tegen; op een andere dag zijn dezelfde soldaten weer eens zijn huis binnegekomen en een zeis en haargetouw meegenomen; ook verklaart hij, dat Jan Franssen menigmaal in zijn huis kwam en er “altijt lach en leijde ende stompelde in hoecken ende hoolen met sijn attestants vrouw, sulckx dat een gemeijnen roep was ende bij de gebueren geseijdt worden, dat hij daermede boeleerde”, wat ter kennis kwam van de attestant en die heeft het zijn vrouw voorgehouden en verklaarde en klaagde, dat zij van Boxtel gaande naar Gemonde naar huis toe Jan Franssen onderweg bij haar is gekomen “ende haer met forse wilde vleeschelijck bekennen dreijgende soos ij dat niet wilde condenteeren, dat hij haer de cleeren van ‘d lijff soude snijden,” bovendien heeft hij Lenaert het nodige geld afgeperst.

69 Jan Udo Rovers (76); Jacob Anthonie van der Schoot (70), parochie Gemonde onder Schijndel; Jan Janssen Spierincx en Jan Janssen Broeren, beiden schepenen van Sint Michielsgestel, wonende onder de parochie Gemonde; Michiel Corstiaen van Hees, oud-schepen te Schijndel en geboren te Gemonde aan wie ter instantie van de erfgenamen van Cathelijn Dirck Timmermans is voorgelezen door de notaris een kopie van een constitutiebrief van een rente van 6 gulden te verschijnen op Maria Hemelvaart (15-8) geconstitueerd door Jeroen, zoon van wijlen Rutgher Gernicx van 18-9-1544, die nu werd geëist van de kinderen of erfgenamen van Catharlijn weduwe van Dirck Timmermans o.a. een voet erf onder Boxtel of Gestel en ½ lopense land omtrent de kerk van Gemonde, die Dirck heeft gekocht van de erfgenamen van Pauwels de Cremer; Aert Peters is gehuwd met Margriet, dochter van Cathelijn Dircx, welke Aert een schamel man is. Getuigen: Hendrick van den Heuvel en Jan Huijbertssen.

66 Peter Aertss van Overbeeck (57) en Jan Handricx de Bever (50) uit de parochie Gemonde onder Boxtel met een verklaring ten gunste van justitie, namelijk, dat Jan Lamberts hun nabuur een eerlijk maar schamel huisman, is hebbende een vrouw en 9 kinderen zonder erfgoed met uitzondering van enige hoornbeesten en een paard, waarmee ze hun schamele broodkost op andermans goed moeten zien te verdienen en zijn lasten moet betalen, zelfs zo, dat “Jan Lamberts met groot leedt, armoede ende verdriet sijne vrouwe ende kinderen scamelijck moet onderhouden.” Getuigen: Jan Janssen Spierincx de oude en Jan Janssen Spierincx de jonge.

64 Sebastiaen Zegers (40) en Maijken Janssen vrouw van Anthonis Jan Uden (53), parochie Gemonde onder Schijndel met een verklaring t.b.v.de kinderen van Aerdt Peters, namelijk dat genoemde Aert omtrent 9 of 10 jaren omtrent Pinksteren aan Jan Aertssen Brunschot heeft gerestitueerd en betaald een som van 30 gulden, die Aert destijds van Jan onder obligatie had geleend; hij weet ook nog, dat Aert aan Jan twee gouden soevereinen heeft voldaan, die hij van zijn paard had ontvangen. Sebastiaen had dat geld bij Aert gehaald, waar Aert brandewijn had geschonken, die Jan overigens niet wenste te drinken en zei “die niet te meugen”. Marijken bevestigt de gedane verklaring. Getuigen: Lenaert Ariens en Anthonis Jan Uden.