Archieven

194 Er is een kwestie ontstaan tussen de kinderen van Jan Cornelis Jacobs verwekt bij Meriken dochter van Wiillem Willems ter ener zijde en Geret zoon Jan Delissen Weijgergancks als weduwnaar van Neeltien dochter van genoemde Jan Cornelis Jacobs en deze Merieken, inzake het onderhoud en bezit van Jan minderjarige zoon van Geret Janssen Weijgergancks verwekt bij genoemde Neeltien. Daarom zijn nu voor mij notaris genoemde personen verschenen en hebben verklaard door bemiddeling van goede mannen tot een minnelijk akkoord te zijn gekomen. Allereerst hebben partijen door Jan Jan Spierincks en Peter Adriaens beiden als inwoners van Den Dungen als onpartijdige personen alle bezit doen taxeren dat eigendom is van Jan als minderjarige zoon van deze Geert Janssen Weijgergancks die deze heeft geerfd van Jan Cornelis Jacobs en van diens vrouw Mariken zijnde de grootouders van deze minderjarige zoon, dat betreft zowel teulland, hooiland, houtwas etc.en dat bezit heeft Geert Jan Weijgergancks als vaderlijke voogd van zijn zoon in gebruik genomen. Daarvoor heeft Geert beloofd dat kind de kost te geven, te kleden en in alles te voorzien zoals een vader dat hoort te doen. Daarvoor zal hij jaarlijks uit het bezit van het kind de som van 60 karolusguldens krijgen en nog 25 gulden per jaar die eigendom zijn van Geret Janssen vanwege diens uitzet. Geret als vader moet zodra zijn zoon meerderjarig is geworden of tot enige status is gekomen die op verzoek van de zoon goede verantwoording afleggen van het beheer etc. Ook moet Geert van al hetgeen het bezit na 8 of 9 jaar meer zal hebben opgebracht dan 35 gulden per jaar boven de vermelde 64 karolusgulens en de 25 gulden per jaar, dat meerdere ten behoeve van de minderjarige zoon beleggen op goede onderpanden.

184 Er is een bepaalde kwestie ontstaan tussen Jacob Henrick Aerts en Jan Aert Henricks cum suis ter ener zijde en Hendrick Janssen van Kempen en Hendrick Peter Geerts cum suis voor henzelf handelend en ook namens Jan Herbers als wettige man van Jenneken dochter van Wouter Peters ter andere zijde. Het conflict gaat erover dat Jacob Hendricks en Jan Aerts voor heren schepenen de voogdij hadden aangenomen over Mariken weduwe van Michiel Jan Michiels die thans innocent en onkundig is om haar bezit te beheren, waar tegenover Hendrick Janssen van Kempen en Hendrick Peter Geerts cum suis als mede-erfgenamen van Marijken met Jan Herberts en Niclaes Wouters pretenderen dat het bezit van Marieken ook aan hen toebehoort om daarover het beheer te hebben. Voor mij notaris zijn nu verschenen Jacob Hendrick Aerts en Jan Aert Hendricks, verder Jan Janssen van Roij als man van Catharina dochter van wijlen Jan Hendrick Aerts van Gestel en Lambert dochter van Gestel als erfgenamen van genoemde Mariken Michiels van vaderskant die ook voor de andere erfgenamen van vaderszijde handelen, verder Hendrick Janssen van Kempen, Hendrick Peter Goorts, Hendrick Sebert Janssen en Deelis zoon Jan Peters die ook samen handelen oor de afwezige erfgenamen en nog volgens de machtiging vanwege Jan Herberts en Niclaes Wouters, allen mede-erfgenamen van Marikens moederskant en hebben verklaard de volgende overeenkomst te hebben gemaakt. Ze doen de aanstelling van voogdijschap en curatorschap teniet zoals die eerder door heren schepenen van Den Boch was verleend over genoemde Mariken omdat partijen zich daarmee bezwaard voelen en verklaren die verder niet van toepassing.

173 Voor mij notaris verscheen Laurens zoon Lambert Wouters verwekt bij Lijsken dochter ban Laurens Janssen van Vechel, verder Willem zoon van Goijaert Willem Cuijper als wettige man van Lijsken dochter van genoemde Lambert Wouters en Lijsken, verder Anthonis Janssen de Beer als man van Anneken dochter van genoemde Lambert Wouters en Lijsken, nog Jan Martens op de Beeck als wettige man van Stoucken ook dochter van genoemde Lammert Wouters en Lijsken samen ter ener zijde, en Jan zoon Lambert Wouters en Lijsken ter andere zijde en hebben verklaard met elkaar het volgende te hebben afgesproken. Genoemde Laurens Lamberts en Willem zoon Goijaert Willem Cuijpers, Anthonis Janssen de Beer en Jan Martens op de Beeck beloven Jan Lambert Wouters voor diens erfdeel vanwege zijn ouders, elk de som van 75 karolusguldens te betalen, samen 300 karolusguldens, hem binnen nu en 8 dagen te voldoen, waar tegenover deze Jan ook namens zijn erfgenamen belooft dat hij verder nooit meer enige aanspraken zal maken op de erfdenis van zijn ouders en zal verder van dat bezit worden uitgesloten. Partijen beloven over en weer deze afspraak na te komen. Aldus geschied in Den Dungen ten woonhuize van mij notaris in aanwezigheid van Goijaert Willem Cuijper en Jan Adriaens als poorters en getuigen op 19 februari 1653. Ondertekend: Frans Lamberts, Willem Goijaerts, Tonis Janssen de Beer, dit merk is + van Jan Martens op de Beeck, dit merk is van + Jan zoon Lambert Wouters, Goijaert Willem, Cuijpers, Jan Adriaens, quod attestor A. Grahame notaris.

149 Er is een kwestie ontstaan tussen Hendrick Delissen Weijgergancks die is getrouwd met Willemken dochter van Claes Jacobs eerder weduwe van Jan Hendricks van Griensven ter ener zijde en Antonis Hendrick van Os, Mathijs Jan Delissen, Delis Janssen van den Steen en Willem Jan Willem Aerts als voogden over de minderjarige kinderen van genoemde Jan Hendricks van Grienven ter andere zijde. Het probleem handelt over een schuld die door Willemke in haar eerste huwelijk met Jan Hendricks was gemaakt toen ze weduwe was. Het is nu zo dat Hendrick Dielissen Weijgergancks eist dat deze schulden niet ten laste van hem komen maar voor rekening zijn van Jan Hendricks van Griensven en deze Willemke, omdat die schulden in haar eerste huwelijk werden gemaakt en die schuld dus door voogden van die kinderen betaald moet worden. De voogden eisen echter omdat Jan Hendricks van Griensven met Willemke is getrouwd dat hij die schulden hoort te betalen en daardoor dreigde er een proces te ontstaan en er zou haat en nijd an komen. Om de kwestie op te lossen is door bemiddeling van goede mannen en met goedkeuring door heren schepenen die dit akkoord mede hebben ondertekend het volgende minnelijke akkoord gesloten. Genoemde Hendrick Dielissen zal in het openbaar alle meubelen en gereedschap verkopen dat Hendrick Delissen in het sterfhuis van zijn vrouw Willemken zal aantreffen en met het geld ervan zal Hendrick de schulden betalen voor zover de opbrengst ervan strekt en alle schuld die er dan nog overschiet daarvan zullen de voogden die elk voor de helft betalen. De partijen beloven elk deze afspraken na te komen. Aldus geschied in aanwezigheid van Jan Delissen Weijgergancks en Jan Janssen Spierincks als getuigen op 28 juni 1652. Ondertekend: Hendrick Goorts Dielissen Weijgergancks, Ghijb Jan Delis, Delis Janssen van den Steen, Willem Janssen Weijgergancks, Jan Janssen Spierincks, quod attestor A. Grahame notaris.