Archieven

29 Rekest van de regenten van Osch in kwartier Maasland over het omslaan van hun middelen op basis van een akkoord van 30 april 1706 en het aanstellen van collecteurs

79 Lectuur van het verbaal der tienden met de volgende berichten: aangeschreven zal worden rentmeester van Slingelandt om te verkopen of in erfpacht uit te geven de kloosters te Boxtel en Waalwijk met de hoeven en landerijen die er bij horen; rentmeester Tengnagel zal worden aangeschreven om te verkopen ’s lands huis dat staat in de Sint Jorisstraat te ’s-Hertogenbosch dat werd bewoond door de overleden ontvanger van Vrijbergen; aan de heer Veldeman en thesaurier generaal Hop te overhandigen de memorie van de predikanten van de Nederduitse gemeente te ’s-Hertogenbosch die een verzoek hebben ingediend om het weduwetraktement te verhogen van 100 naar 250 gl. op jaarbasis; om aan deze heren eveneens te overhandigen de stukken betreffende het getal en de bekwaamheid van de deurwaarders in stad en Meierij van ’s-Hertogenbosch ; rekest met twee declaraties van deurwaarder Gerrit Raeff om die te sturen naar de generaliteitsrekenkamer voor nader onderzoek om vervolgens uitbetaald te worden; rekest van de vrouwe van Mierlo betreffende haar bezwaar en van meer eigenaars van heerlijkheden in de Meierij over de vrijdom die de pachters van ’s lands hoeven en tienden hebben van niet eligibel [verkiesbaar] te zijn tot het borgemeesterschap of andere dorpsbedieningen; een rekest van Hendrik van Wamel pachter van ’s lands windkorenmolen te Udenhout in het kwartier van Oisterwijk ; een akkoord te sluiten met de diakonen van de Nederduitse gemeente te ’s-Hertogenbosch en te gelasten aan ontvanger Elbert Antony van Pallant ontvanger van de 20e 40e en 80e penning over stad en meierij dat hij het 1/3 part der boeten volgens het 30e en 32e artikel der ordonnantie op de twee middelen geassigneert ten behoeve van de armen om die uit te keren aan de supplianten tot onderhoud van de diaconie;

37 Missive van de wethouders van ’s-Hertogenbosch betreffende de processtukken in de zaak tussen Sigismont Eijtsen pachter van het gemaal contra Gijsbertje van Heumen weduwe van Kempen uit Oss in kwartier Maasland

32 Rekest van de regenten van de vrijheid van Oss in kwartier Maasland te kennen gevende ‘dat de armmeesters over de voors: vrijheijt sig genoegsaem ontrekken het gansche reglement op derselver aanstelling en administratie gemaakt, zo verre dat zij supplianten over de rekeningen niet worden geroepen of immers aen haer de magt bedisputeert word, om daer over haere stemmen te mogen geven; dat ook de aanstellinge van die bedieninge geschiet voor het leeven van de armenmr. dat daer uijt de erffgenaemen van den Graave van Berloo, die zig deese aanstellinge aanmatigen, de gelegentheijt hebben, om voor altoos twee ad vitam in de regeering te committeeren en d egereformeerde uit te sluijten, schoon daer toe bequaam zijn; dat ook maer een figurative lijste gemaakt word van den ordinairen uijtgaaf en extraordinair zo veel werd betaald als de armmeesters goeddunkt, sonder dat van alle die saaken de minste kennis aende suppliant werd gegeven; gelijk zij supplianten al meede geen kennis hebben van de besteeding der arme kinderen off oude luijden, zijnde en blijvende ook onder de armmeesters de leggers der revenuen, de rekeningen, en generalijk al wat tot die administratie is specteerende; dat daar door verscheijde desordres komen te ontstaan, gelijk onlancx nog bij de laatste rekening waerbij meer dan 200 gl. is overbetaald, ’t gunt voor het meerendeel is gesprooten wegens verteering, die de erffgenaemen van den graave van Berloo bij het opneemen van de reekening hebben gemaakt, zo dat de ruïne van de armentafel notoir moet volgen, soo daerinne niet worde voorsien; en versoekende derhalven, dat geordonneert mag worden aende jegenwoordige en toekomende armmeesters dat zij voortaan zig punctueelijk sullen hebben te reguleeren na haer Ho: Mo: reglement en ordonnantie den 16 maart 1700 geëmaneert, zonder daer van te blijven in gebreeken, onder sulken dwangmiddel als haer Ed: Mo: sullen vinden te behooren,