Archieven

95 Rekest van Mr. Cornelis Baart geboren burger en thans commissaris van de kleine bank van justitie in de stad Haarlem in huwelijk hebbende Bregitte Alarda Storm van ’sGravesande dochter van wijlen Pieter Storm van ‘sGravesande in zijn leven schepen en raad van de stad ’s-Hertogenbosch en ontvanger van haar Ho: Mo: konvooien en licenten te Eindhoven, dat hij suppliant genegen was zich met zijn familie bestaande uit drie kinderen nl. Wilhelma Maria Baart, Ernestina Jacoba Didrica Baart en Jacobus Cornelis Baart, zich metterwoon te vestigen binnen de stad ’s-Hertogenbosch en aldaar het recht van poorterschap, mits betalende de gerechtigheden die daartoe staan – zie ook folio 528

47 Missive vanuit de generaliteitsrekenkamer op een missive van ontvanger ;s-Gravesande op een rekest van Nicolaas Zijnen gehuwd met Maria Roessingh, naaste bloedverwant van Johannes de zoon van wijlen Johan van Ophuijsen, in leven schoolmeester te Gemonde, verzoekende aan de Ho: Mo: approbatie op de collatie gedaan door Jan van Lieshout ten behoeve van genoemde Johannes van Ophuysen van een beurs of beneficie bij wijlen Jacob van Lieshout kanunnik van het Kapittel van Eindhoven, gefundeerd is en laatstelijk is genoten door Willem van Ophuysen; akkoord en de akte van approbatie volgt, met verzoek om bij de eerste betaling een extract uit het doopboek te tonen ter bevestiging.

62 Missive van het college der admiraliteit op de Maas inhoudende dat de persoon van Gerrit Smits door dat college is geautoriseerd om een visitatie uit te voeren in het district van Eindhoven in kwartier Kempenland en Smits is op de 12e november geweest tussen Wintelre en Oerle [er staat Oerck] en heeft daar aangehaald 27 vette beesten om die nauwkeurig te bewaren en ze daarom gebracht heeft op het klooster de Hage in de stad waar ook de rentmeester van de koningsdomeinen woonde en daarop is Smits naar zijn huis gegaan en had vier van zijn assistenten verzocht de beesten in bewaring te houden en toen hij later terug ging naar dat klooster ontmoette hij twee troepen van ieder vier personen die Smits staande hielden en verzochten bij hen te blijven en niet naar het klooster te gaan maar dat weigerde Smits en daarop hoorde hij iemand roepen “Schiet de schelm dood” en een van hen had de haan van zijn geweer al overgehaald en meende op Smits te schieten maar et kruit op de pan brandde af en het geweer weigerde en Smits voelde zich genoodzaakt snel de situatie te ontvluchten en samen met de controleur Jacob Meijer meldde hij zich bij het huis van de luitenant drossaard Johan van Beverwijck om van hem enige assistentie te kunnen verkrijgen waarop Van Beverwijk de klok wilde laten luiden maar uiteindelijk in plaats van zijn plicht te betrachten en alle bedenkelijke middelen tot verhindering van zodanige moedwilligheid in het werk te stellen, zulks had geweigerd door te zeggen “Dat wil ick niet doen”; daarop is het gebeurd dat de vier assistenten die Smits ter bewaring van de vette beesten had aangesteld met geweld en al schietend onder vuur werden genomen en aangevallen en genoodzaakt waren geweest ter verdediging van zichzelf om te vluchten, waardoor de geweldenaars in staat waren de aangehaalde en in beslag genomen beesten te vervoeren, vandaar dat het college der admiraliteit het nodig had geacht haar Ho: Mo: hiervan in kennis te stellenen hen te verzoeken,

51 Rekest van de kooplieden en ingezetenen van de Meierij van ’s-Hertogenbosch en in het land van Kleef die lange jaren achtereen gewend waren geweest hun beesten te weiden in het genoemd land van Kleef en die te verkopen en verzenden aan de inwoners van Spaans Brabant , inhoudende dat de supplianten tot in 1686 altijd in het vervoeren van hun beesten de route hadden genomen uit het land van Kleef door de Meierij naar Brabant voornoemd doch dat zij daarin sedert de voorschreven tijd waren belet geworden door de officieren van de konvooien en licenten in de Meierij die op basis van het plakkaat van de Ho: Mo: dd. 6 december 1686 van ieder beest 20 Carolusguldens rekenen terwijl in het plakkaat alleen werd gesproken over vette koeien en ossen, met het verzoek o malleen te hoeven betalen het passagegeld dat koeien en ossen betreft en hun paspoorten te Eindhoven mogen lichten en te Veldhoven te laten visiteren en te Bladel in te laten trekken; een kopie wordt doorgestuurd naar het college der admiraliteit op de Maas.