Archieven

104 Rapport van de Ho: Mo: gedeputeerden tot de zaak van de Meierij ter voldoening van de resolutie van de 25e juni en gecommuniceerd met enige heren gecommitteerden van de Raad van State waarbij is onderzocht een missive van de hoog- en laagschout van de stad ’s-Hertogenbosch en meierij berichtende wat door hem is gedaan ter voldoening van de resolutie van de 26e maart jl. waarbij haar Ho: Mo: o.a. hebben de roomse pastoor van Berghem [zal Caspar Bijnen geweest moeten zijn – zie pastoors van Berghem op de BHIC-site] om redenen brede in de resolutie vermeld de facto van zijn bediening hebben gedeporteerd met last om binnen 24 uur na insinuatie derselver resolutie uit Berghem te vertrekken en zich te begeven buiten het ressort van de staat zonder zich ergens daar binnen op te houden of daar weder in te komen op pœne van een zwaardere straf en voorts hem Grave van Rechtere als hoogschout van stad en meierij hebben geautoriseerd om aan de gemelde pastoor te doen insinueren en voor de nakoming derzelve zorg te dragen , alsmede o mden vicaris van het zgn. bisdom van ’s-Hertogenbosch uit naam van haar Ho: Mo: aan te schrijven, dat hij aan hem moest opgeven drie à vier moderate vredelievende en behoorlijk gequalificeerde subjecten om daar uit bij haar Ho: Mo: na dat aan denzelve gebleken zou zijn, dat aan degene die de rromse religie verlaten hadden en tot de gereformeerde waren overgegaan of die zich daartoe genegen toonden volkomen vrijheid daartoe gelaten werd, bijzonder door de mans aan hare vrouwen en dat alle wederstrevinge aan haar Ho: Mo: intentie cesseerde [stopte], een pastoor te Berghem in de plaats van den gedeporteerde gedespicieerd, door den vicaris meteen akte van zendingbij de Raad van State met een akte van admissie voorzien worden en dat hij Grave van Rechtere ten dien einde de gemelde door den vicaris te doen opgeven aan haar Ho: Mo: zou overzenden met bijvoeging van zijn bericht en consideraties;

23 Missive van de kwartiermeester generaal van de cavalerie Tiddinga geschreven te ’s-Hertogenbosch inhoudende dat de drossaard van Ravenstein en het Megense openlijk protesteren tegen de inkwartiering van zeven eskadrons van Stirum Oostenrijkse dragonders, welke protestatie generaal Radicati die troepen commanderende verlegen maakt, te meer omdat de patenten van Zijne Hoogheid getekend op d e5e, melden te kantonneren te Eindhoven etc. doch dat de marsroute van kolonel Bouquet getekend op de 7e is gericht op het Ravensteinse en Megense, gelijk mede de kantonneringslijst der Oostenrijkse troepen door haar Ed: Mo: aan hem kwartiermeester generaal Tidinga is toegezonden dd. de 7e en ook naar Ravensteinse wijken; dat de generaal Radicati daar bij gevoegd heeft dat lang is gesproken met veldmaarschalk Grave van Batthiani voor diens vertrek is gesproken en dat deze van geen zwarigheden gewag heeft gemaakt van Ravensteinse kant en aangaf daarover niet geïnformeerd te zijn geweest; nadien zou overlegd worden met de kwartierschouten of hun stadhouders van de kwartieren Peelland, Maasland en Oisterwijk om foerage te betrekken en het transport daarvan te regelen, in welke memorie genoemd worden de dorpen waar de regimenten dragonders zouden gaan kantonneren nl. Middelrodebrug, Heeswijk & Dinther, Veghel, Schijndel, Sint Oedenrode, Boxtel, Esch, Gemonde, Sint Michielsgestel, Haaren en Belveren, helvoirt, Cromvoirt en Vught – opgesteld in Den Haag dd. 15 november 1797 en getekend door G.O. van Burmania

37 Resolutie van de Ho: Mo: van de 13e waarbij is goedgevonden dat vijf patenten zullen worden uitgegeven voor 5 Engelse bataljons komende uit Ierland, een voor een bataljon om naar Oisterwijk, een voor een bataljon naar Haaren en Udenhout, een voor een bataljon naar Veghel, een voor een bataljon naar Boxtel en een voor een bataljon naar Schijndel en daar voorlopig te blijven tot nader order en dat deze patenten gezonden worden aan de Raad van State om de nodige orders op te stellen t.a.v. het logement, waarop is gedelibereerd en besloten dat op de voorschreven patenten zal worden gezet, dat de voorschreven bataljons de route moeten volgen die is vastgesteld door de kwartiermeester generaal van de cavalerie Tidinga en dat men op doortocht door zich moet houden aan de orders en de krijgsdiscipline en aan de kwartiermeester generaal wordt gelast om alle troepen die worden ingescheept te Willemstad te ontvangen en te begeleiden naar bovengenoemde plaatsen en hiervan zal kennis worden gegeven aan de gouverneur van Willemstad of bij diens afwezigheid aan de commanderend officier aldaar; voorts zal men de schout en schepenen van de genoemde plaatsen aanschrijven over de inkwartiering van die troepen en dat men er zorg voor moet dragen dat ze eetwaren krijgen en men dient ook te zorgen voor foerage voor de paarden, waarvoor een redelijke prijs betaald zal worden

58 Zéér uitvoerige beschouwing m.b.t. de verkoop van molens en hoeven vallende onder de administratie van de rentmeester Tengnagel en de Back waarin in het 2e deel genoemd worden: onder de administratie van Tengnagel een hoeve te Oostelbeers 51 lopensen en in hooi- en weilanden 43 lopensen die gebruikt wordt door Peter Jan Heesters [dubieus]; een hoeve te Veghel ter plaatse genaamd Dorshout groot in teullanden en groes etc. 38 lopensen en in hooiland ca. 14 karren hooigewas die wordt gebruikt door Peter van Hooft; een hoeve te Veghel aan den Doornhoek groot in teulland groes en houtgewas 10 lopensen en in hooiland 1 kar hooi, die wordt gebruikt door Jan Jansen van Rijbroek; een hoeve te Rosmalen gelegen in het Sprokkelbos groot in teullanden groes en houtbossen 42 ½ lopensen en hooi- en weilanden 17 mergen of daaromtrent in gebruik door Gerrit Heijmans [dubieus] waar in 1739 100 jonge eikenheesters zijn geplant; een hoeve te Boxtel ter plaatse genaamd Luissel groot in teullanden ca. 41 lopensen en in hooivelden waaronder het Berkven ca. 15 lopensen in huur gebruikt door Cornelis van Akeren – op deze hoeve zijn in 1734 500 jonge heesters geplant; een hoeve te Boxtel ter plaatse genaamd Zelissel groot in teellanden ca. 59 lopensen en in hooi- en weilanden ca. 9 ½ mergen en in hei- en houtvelden 3 ½ mergen die in huur wordt gebruikt door de weduwe van Evert ter Aa op welke hoeve in 1734 550 jonge eikenheesters zijn geplant; een hoeve te Boxtel genaamd op Heul groot in teellanden en groesen ca. 34 lopensen, in hooiland ca. 19 lopensen en in heide ca. 2 ½ lopensen die in huur wordt gebruikt door Jan Hendrik Schellen op welke hoeve in 1734 ca. 50 jonge eikenheesters zijn geplant; een hoefje te Dinther omtrent de Hoek groot in teelland met een hof en groeskanten ca. 13 lopensen in huur in gebruik door Gerrit Lambert van Elswijk; een hoeve te Berlicum te rplaats egenaamd aan de Werf groot in teellanden ca. 34 lopensen en in hooi- en weilanden ca. 60 lopensen gehuurd door