Archieven

Thans zijn deze Henderksen ter ener zijde en deze van der Sande met de genoemde voogden ter andere zijde samengekomen en hebben verklaard dat ze een minnelijke schikking hebben gemaakt om kosten te vermijden met medewerking van goede mannen als bemiddelaars. Hendersken zal voor haar aanspraken van onkosten en onaangenaamheden van haar heerbroer en vanwege de last van de fidei commis, vooraf de helft behouden van een akker gelegen onder St. Michielsgestel ter waarde van ongeveer 600 gulden, genoemd de Bogaert, b.p. juffrouw Griensven, de heer van de Velde, van welke akker de andere helft al in haar bezit was, maar hierbij komen wel de onkosten te vervallen etc. en de last van het fidei commis, en ook komen de door haar voorgeschoten som geld te vervallen die Hendersken heeft betaald als kosten in het sterfhuis van haar heerbroer. Genoemde van der Sanden en de voogden zullen niet worden betaald en moeten aan Hendersken boven het bezit van heer Hendrick zijn bezit in twee helften verdelen en Hendersken zal daarin het gebruik houden van het bezit van heer Hendrick tot aan St. Maartensdag mits ze daarvan de huur betaalt. Partijen beloven over en weer om deze afspraken na te komen onder voorbehoud dat heren schepenen dit goedkeuren. Aldus geschied in Den Dungen in aanwezigheid van getuigen Jan Janssen Spierincks en Jan Adriaens van Osch als getuigen op 12 januari 1652. Ondertekend: dit merk is van + Hendersken dochter van Ruth Hendrick Janssen, Joost van de Zande, Peter Rutten, Hendrick Willems van Beeck, Jan Janssen Spierincks, dit merk is van + Jan Adriaens van Osch, quod attestor A. Grahame notaris.

Verder verklaart Claes dat hij het huis dat onderdeel van het bezit van die minderjarige kinderen is, jarenlang heeft onderhouden en gerepareerd alsof het zijn eigen bezit was, en dat hij daarom van dat bezit nog onvoldoende profijt heeft gehad en meer andere oorzaken. De voogden zien in dat Claes Claessen met zijn kinderen zouden kunnen overleven en daarom zijn voor mij notaris verschenen deze voogden ter ener zijde en Claes Claessen ter andere zijde en hebben verklaard het meningsverschil te hebben opgelost onder voorbehoud dat het wordt goedgekeurd door de eerwaarde heren schepenen. Claes Claessen zal het bezit zolang hij leeft wat betreft vruchtgebruik mogen blijven behouden waarop die kinderen rechten hebben totdat ze komen te huwen of tot andere status komen, mits dat het huis volgens vruchtgebruiksrecht wordt gerepareerd en daarvoor moet Niclaes elk kind een uitzet meegeven van 150 karolusguldens , samen dus 300 gulden en verder de kinderen daarmee behoorlijk opvoeden en grootbrengen. Als Niclaes komt te sterven eer de kinderen komen te huwen of tot status komen, dan is zijn huidige vrouw niet verplicht een uitzet aan de kinderen te geven en als een van de kinderen komt te sterven eer ze tot huwelijk komen komt ook daarmee de verplichting van de 150 gulden te vervallen. Niclaes zal verder het huis goed onderhouden op zijn kosten, mits dat Claes Claessen het vruchtgebruik houdt van het bezit en zal het land opnieuw moeten bemesten en dan zal hij van de akker van 7 lopenzaad zoveel van de oogst trekken als zijn aandeel daarin betreft en wel de som van 23 gulden jaarlijks en daarbij zal Claes zijn levenlang het gebruik houden van het Hesencamp dat hij wat betreft vruchtgebruik heeft geerfd. De partijen beloven de afspraken over en weer na te komen als die worden goedgekeurd door heren schepenen. Aldus geschied in Den Dungen in aanwezigheid van Hendrick Ariens en diens broer Jan Ariens, beiden poorters op 9 december 1649.