Archieven

173 Gerardus Maas, getrouwd geweest met wijlen Johanna van Husseling, aan de ene kant en Meijntje Maas, getrouwd met Peeter Duijts; Gerardus Maas en Jacoobus Maas, meerderjarige jongmannen; Jacobus van Husseling en Arnoldus van der Linden als aangestelde voogden over de drie minderjarige kinderen van Gerardus en Johanna, met namen Vincent, Maria en Johanna Maas, aan de andere kant; gaan over tot deling van de goederen van Johanna van Husseling. Gerardus krijgt alle roerende en onroerende goederen, en alle schulden. Meijntje, Gerardus, Vincent, Maria en Johanna krijgen ieder een twaalfde deel in een korenthiende onder Demen. Jacobus Maas krijgt 7 hont bouwland te Demen genaamd de Steeg, een zijde en andere eind de gemene straat, andere zijde en een eind mr. A. van Bree en meer erven. Jacobus moet dan wel 300 gulden betalen aan de eerste comparant.

151 Maria van der Zand, weduwe van Derk van Schaadewijck, geassisteerd door haar aanstaande man Jan Swaans, beiden wonende te Langel, als erfgename voor de ene helft van de goederen van wijlen haar man, aan de ene kant; en Jan Nas, wonende te Langel en Jan Roelofs van Schaadewijck, wonende te Haren bij Megen, als voogden over de minderjarige kinderen, met namen Roelof en Hendrica van Schaadewijck, erfgenamen voor de andere helft; gaan over tot deling. Maria houdt het eigendom over alle roerende en onroerende goederen, inclusief alle schulden. Ze zal de kinderen in de kost houden, kleden en goed voedsel geven en een goede opvoeding geven. Zodra de kinderen volwassen worden krijgen ze ieder 250 gulden. Onderpand is vier akkers bouwland te Neerlangel, een zijde Arnoldus van der Linden, andere zijde Maria van der Zand, een eind de kleine weetering, andere eind de gemene straat, recht door de boomgaard.

141 Hester van Zeeland, weduwe van Evert van den Heuvel, wonende te Huisseling, geassisteerd door Willem van den Boogard, wonende te Huisseling, aan de ene kant en Derk van den Heuvel, wonende te Huisseling en Gradus van den Heuvel, wonende te Arnhem, meerderjarige jongmans, broers van voornoemde Evert, aan de andere kant, gaan over tot erfdeling. Lot 1 is voor de weduwe: huis en hof te Huisseling nabij de kerk, een zijde en een eind de gemene straat, andere zijde Peeter Kokken, andere eind Lodewikus van Haaf. Bezwaard met een post dijk nr 131 beneden Loon. Geschat op 700 gulden. Nog een kamp genaamd den Cuppelaar te Huisseling, een zijde Jan Sonnenberg, andere zijde weduwe G. van Kerkhof, een eind Jacobus van Husseling, andere eind erfgenamen Francis Princen. Geschat op 600 gulden. De weduwe zal een wissel van 600 gulden betalen ten behoeve van Jan van Gelder, wonende te Overlangel en vervallende op Lichtmis 1804. Ze zal ook alle kladschulden betalen.
Lot 2 is voor de broers: twee stukken land, gelegen te Huisseling, de ene groot circa een halve morgen genaamd de Wood, een zijde Aard Elemans, andere zijde Willem van den Boogard, een eind de gemene straat, andere eind het pastorieland, geschat op 300 gulden. Het andere stuk bouwland genaamd Hermens Camp, een zijde Derk van den Heuvel, andere zijde erfgenamen Hendrik van Berkel, een eind Lucas Smits, andere eind maseur van der Meer, geschat op 400 gulden. Akte is niet afgemaakt.

134 Gijsbert Konings, weduwnaar van Bardina Boeijen aan de ene kant en de 10 kinderen uit dit huwelijk, met namen Korinus, Hendricus en Johanna Koonings, meerderjarige jongmans en dochter, als mede Matijs Konings en Hendrik van der Burgt als voogden over de 7 minderjarige kinderen, met namen Martinus, Jan, Matijs, Johanna, Hendricus, Christiaan en Anthoinetta Koonings, aan de andere kant, gaan over tot erfdeling. De gerede en meubilaire goederen en de veldvruchten worden verkocht. Corinus Koonings kan alle roerende goederen en de veldvruchten krijgen, als hij afziet van zijn portie in de deling, als een soort uitkoop. Lot 1 is voor Gijsbert: huis, hof, schuur en boomgaard te Demen, een zijde en eind Arnoldus van den Berg, andere zijde en eind de gemene straat. Bezwaard met een post dijk nr 209 en 278 beneden Ravenstein. Getaxeerd op 900 gulden. Nog 5,25 hont bouwland te Demen en Dieden, bezwaard met een post dijk nr 5 en onder Dieden nr 228, een zijde Aard van Niel, andere zijde kinderen G. Koonings, een eind de dijk, andere eind de gemene straat. Getaxeerd op 375 gulden. Nog een perceel zijnde den Steeg, groot 4 hont, te Dieden een zijde Matijs Koonings, andere zijde de gemene straat, een eind Rut Ariens, andere eind Jan Ooms, bezwaard met een post dijk te Dieden nr 50, getaxeerd op 315 gulden. Nog een bouw- en weiland te Dieden, op de Diedese weijs naast de gemene straat en de wetering, getaxeerd op 250 gulden. Nog een morgen bouwland of weiland te Dieden genaamd den Pagtkamp op de Lang Rijt, omrijdende met doctor Grootenakker, getaxeerd op 600 gulden.
Lot 2 is voor de 10 kinderen en dat wordt meteen gesmaldeeld. Johanna, Hendrik, Jan en Johannes Koonings krijgen ieder een vierde part in 2,5 schaar weiland op het Raland, elk deel getaxeerd op 235 gulden.