Archieven

81 Peter Hendrick Nelen en zijn vrouw Marie Jansen, wonende te Berghem, vesten aan Peter Gijsbers van Dieten en zijn vrouw Lijsbeth Jansen, twee en een kwart hont land, ongescheiden gelegen in den Hoekcamp te Deursen, een zijde en een eind Jan Derk Wouters, andere eind de grote wettering.

22 Bernaerdt Segers en zijn vrouw Lijsbet de Cock, wonende te Demen, verkopen voor 550 gulden aan Theodore van Grinsven, pastoor van Demen en Neerlangel, vier hont land met de houtgewassen gelegen in den Haeckert, op de Demense uiterwaarde te Demen, waarop een koe en drie kalveren kunnen weiden, ongegescheiden met Aert Gielens en Ercken Janssen de Cock. Meester Joseph Janssen, koster te Demen, is borg. Hij geeft zijn hof en landerijen te Demen in onderpand, een zijde Gielen Jans van Deijnsse, andere zijde Bernaerdt Segers, beide einden gemene straten.

4 Ursula Jacobs, laatst weduwe van Jan van Bommel, wonende te Ravenstein, geassisteerd door haar zoon Jan Martens en Jan Martens voor zichzelf en Elisabeth Janssen de Veer …. Jan Jacobs Martens en zijn vrouw Meije; zich mede sterk makende voor de drie minderjarige kinderen van wijlen Jenneke Martens, verwekt bij Gerrit Jacobs; samen erfgenamen en kinderen van Marten Janssen de Cuijper, vesten aan Marie Florissen van Gemert, weduwe van Willem de Decquere, een jaarlijkse rente van 12 Carolus guldens, (losbaar met 200 guldens). Onderpand zijn zekere twee huizen met hof en erf, beiden te Ravenstein, een in de Nieuwstraet, een zijde erfgenamen weduwe Coolen, andere zijde Reijn Derix, een eind op de statsbleicke, andere eind de straat. Belast met een gulden aan de pastorie van Ravenstein en met 100 gulden aan de katholieke Armen van Ravenstein. Het andere huis staande in de Marcktstraet, een zijde erfgenamen Jan Hendrix van Batenburgh, andere zijde Jan Drissen, een eind de straat, achter ook op de straat, aangekocht door Ursula in haar tweede huwelijk met Jan van Bommel.

186 De heren Wilhelm Ludouvick Grahame regent, en Ruttger Tullekens rentmeester van het Godtshuijs genaamd den Heijlige Geest binnen ‘s-Hertogenbosch, verkopen op basis van een besluit van 28-10-1698 en een resolutie van 29-03-1715, met toestemming van baron van Wachtendonck, landdrost en oppermomber, aan Jan Gijsbers de Cuijper, Aert Heijmerix en Gerit Tonis Heijmerix, en hun erfgenamen, een hoeve op Henxtheuvel te Uden, bestaande uit een huis, schuur en bakhuis met een woonhuis waarin weduwe Tonis Heijmerix woont, hof en aangelegen bouwlanden en weilanden, een zijde Aert Heijmerix, Peter Jacobs, Willems Martens en meer erven, een eind op de gemene straat, andere eind Huijbert Henrix, inclusief de eiken; dit perceel wordt gepacht door Jan Gijsbers de Cuijper. Verder wordt verkocht een heiveld en nog een heiveld daarachter, genaamd Den Roije; een bouwland, gelegen op de Erphoeve, schietende op de kerckweg; Een bouwland, gelegen op de Erphoeff, ook schietende op de kerckweg; een beemd, genaamd den Grooten Beemd, met een klein beemdje daarachter, tussen het Loo en Bedaff; een beemd, gelegen in Loien Beembd, ongedeeld met andere erfgenamen; een halve bunder op ’t Goor te Erp; twee geslaegden in de Bleeken te Heesch; twee morgens hooiland te Rosmalen, genaamd het Udense Veldenken; de huisdries van het bovenbeschreven huis. Hiervan is een veste opgesteld, net zoals van de drie Heijlie Geesthoeven op den Coolwijck te Herpen.