Archieven

12 Rekest van de regenten van Nieuwkuijk te kennen gevende dat aan het gemene land zijn competerende de grove tienden over genoemd dorp die jaarlijks door haar Ed: Mo: heren gedeputeerden te ’s-Hertogenbosch in twee klampen nl. die van de Noordzijde ende Zuidzijde worden verpacht, dat die verpachting nu aanstaande is en het ongeluk heeft gewild dat enige weken geleden ruim 80 van de voornaamste huizen met hun schuren en stallingen zijn afgebrand en er maar enige weinig huizen, meest bewoond door onvermogende lieden zijn overgebleven en dat de supplianten met reden beducht zijn dat die twee tiendklampen door buitendorpse ingezetenen zullen worden ingepacht en het koren en stro buiten het dorp wordt vervoerd en mocht dit geschieden dan zal dit een schaarsheid aan stro veroorzaken wat tot aanzienlijke schade en ongerief leidt voor de ingezetenen en die genoodzaakt zouden zijn het tro, tot dekking der op te timmeren huizen als tot het maken van hutten tot berging van hun huisgezinnen in de aanstaande winter, zeer duur zouden moeten inkopen en van ver af te halen; de supplianten zouden daarom wel genegen zijn om de beide tiendklampen ten behoeve van het corpus van Nieuwkuijk in te kopen en verzoeken daarom permissie

88 Bericht van Samuel Essenius ontvanger der gemene middelen in de kwartieren Oisterwijk en Maasland op een rekest van de regenten van Nieuwkuijk te kennen gevende ‘dat zij door den slaande hand van den Almagtigen Godt zedert een geruijmen tijd van jaaren zodanig zijn besogt, dat sig ten eenemaal geruïneerd vinden zoo door den strengen winter van het jaar 1740, het doorbreken van den Hogen Maasdijk tot Hedickhuijsen, de daarop gevolgde droevige pestilentiale ziekte onder het rundvee, als door den swaren brand den 2 junij 1746 ontstaan in eene huijsinge staande boven de Schutsboom in het dorp van Vlijmen de welke door den sterken oostenwint en droogte zodanig de overhand nam, dat de vlam tot haar overgeslagen zijnde in minder dan twee uren tijd in der supplianten dorp 85 huijsen, 2 brouwerijen, mitsgaders de kerk afgebrand en int geheel maar 46 huijsen overgebleven sijn, door welke naare ramp de hopeesten schuuren met alle meubilen en huijsraad, karren ,wagens, ploeg, eenden en het meeste wat tot het bouwgereedschap diende in de assche gelegt en de ingesetenen buijten vermogen gesteld zijn om het zelve weder te bezorgen, en aldus haare ackers na behooren niet kunnen bemesten of betelen, om geallegeerde redenen versoekende, dat haar Edele Mogende met een vaderlijk mededogen over haar ongelukkige en verarmde staat aangedaan, aan het dorp Nieuwkuijk gratieusselijk gelieven te verlenen remissie van de gemene middelen ingaande met den jaare 1746 of wel andersints voor soo veel jaren als haar Edele Mogende na derselver vaderlijke sorge sullen bevinden te behoren’ [met details]

71 Bericht van de ontvanger der verpondingen Van Palland en de ontvanger der gemene middelen Essenius op een rekest van de regenten van Nieuwkuijk die hebben verzocht om remissie op hun verpondingen

3 Rekest van Johan Lodewijk Winckel drossaard der heerlijkheid Nieuwkuijk verzoekende dat het haar Ho: Mo: zou mogen behagen hem suppliant te autoriseren om altoos met een geladen geweer te mogen rondlopen als ook iemand voor zijn eigen veiligheid te mogen meenemen en daarom de leen- en tolkamer in ’s-Hertogenbosch aan te schrijven de begonnen procedures in het rekest aangegeven op te schorten en de suppliant niet langer hiermee lastig te vallen en voorts de drossaard van Drunen te condemneren [veroordelen] in de kosten zowel bij de leen- en tolkamer als door deze des suppliants rechtmatige klachten bij haar Ho: Mo: veroorzaakt den suppliant te refunderen; een kopie gaat naar de heren belast met de Meierijse zaken. – zie ook folio 591, folio 731 de dienaar van justitie mag aangesteld worden tegen een jaartraktement van 80 gl. en 10 gl. voor kleding en de regenten wordt verzocht voor dienaar een woning te huur aan te bieden, folio 864