Archieven

36 Sententie van de Raad van Brabant tussen schepenen armmeesters en kerkmeesters der vrijheid Oisterwijk contra de regenten van Udenhout en Berkel i.v.m. de scheiding tussen de armentafels van de drie dorpen.

Geboeiboek 13 (1755-1765) ontbreekt. Deze akte alleen in het Repertorium (inv.nr.144).
pernmissie voor Oisterwijk, Udenhout, Haaren, Berkel, Enschot en Heukelom om tegen een recognitiecijns van 3 gl. 'voor hunne erven op de gemeente 40-60 voeten te mogen planten'

50 Missive van rentmeester Verster op een rekest van de borgemeesters en voornaamste ingezetenen van Berkel in kwartier Oisterwijk over het begraven van hun doden in Oisterwijk en daarvoor aan de koster aldaar 12 st. betaalden en de koster heeft ook nooit meer gevraagd dan die 12 st. maar nu onlangs heeft kunnen goedvinden het dubbel recht daarvan te eisen zich pretenselijk funderende op het reglement voor hem door de regenten van Oisterwijk beraamd en geapprobeerd op 21 juni 1786 waarbij de kosten van begraven zijn verhoogd, maar de supplianten hebben altijd gemeend dat dit alleen gold voor de ingezetenen van Oisterwijk maar niet voor die van Berkel en ze verklaren dat dit reglement nooit in Berkel is afgekondigd of ter secretarie bekend is gemaakt en Berkel ook niet gehoord is in deze en ze dienen een verzoek in bij de Ed: Mo: om te verklaren dat dit reglement niet geldt voor Berkel en vragen hun doden in Oisterwijk te mogen begraven, die te noteren in het dodenregister van Oisterwijk en daarvoor 6 st. te betalen [met details uit de deliberatie].

32 Missive van rentmeester Verster met bijvoeging van het schriftelijk belang van officier en regenten van Oisterwijk alsmede van de huidige koster te Oisterwijk F.Ente op een rekest van de regenten van Berkel verzoekende om permissie om hun doden binnen Berkel te mogen begraven mits de begraving te Oisterwijk in het dodenregister wordt aangetekend en daarvoor betalende 6 stuivers.