Archieven

649 De broers Denis, Jan, Willem en Lenert, soonen van wylen Goort Hanrick Danelss, en Jan Janssen Aertsen de Brouwer als man van Kathaline dochter, allen kinderen van Goort Hanrick voorschreven, verwekt bij zijn vrouw Metken, hebben verkocht, opgedragen en overgegeven aan hun broer Cornelis Goort Hanrickx hun kindsdeel in de goederen die zij erfden van hun vader Goort Hanrick Nelis en zijn vrouw Mechtelt, hun moeder.
Getuigen: Herman Tonis en Dierck Hanrick Roeffen, schepenen in Vechel

648 Hanrick Mertens heeft verklaard dat de jaarlijkse rente van 11 gulden en 6 stuivers die Peter Jan Willem Beverss op 31-01-1576 aan hem opgedragen heeft, 'alnoch is eenen goeden ede duechdelycken pacht ende nyet gelost, noch gequeten, ende dat hy daer eenen goeden brieff aff heeft gehadt, maer dat hy door den quaden troubelen tyt verbrant is oft andersins verloren is. Ende op dyen voet soo hebben wy schepenen, te weten Gerit Ariens ende Dierck Hanrick Roeffen, den viirschreven Hanrick Mertens wederom vuytten protocolle eenen anderen verleent'.
Getuigen: Gerit Ariens en Dierck Hanricx, schepenen

639 Heden hebben Willem Aert Loyen en Hanrick Cost Hanrickx, als voogden over Tunisken minderjarge dochter van Hanrick Gielis Hanrickx, veklaard dat zij als voogden 'hebben gehadt een langen tyt seer swaer proceduere tot Tsertogenbosse met Rutger Coolen ter oorsaeke van eenen pacht van eenen mudde roggen die die voorschreven Rutger was eyssende vuyt eenen hoyvelt, welck Hanrick Delis eertyts gecoft heeft van eenighe erffegeuden op Boeckel, ende tselve mud roggen nyet vuytgesteken int behoorlyck onderpandt, maer tusschen scheyden ende deylen een ander ten last geleet, te weten den onmundighe kynde voorschreven, ende welcke voorschreven mudde rogge by middel van accoordt ten meesten profyt vant voorschreven onmundich kynt die voorschreven momboiren den voorschreven Rutger Colen hebben gelooft die somme van hondert ende XXXI gulden, tot betaelinghe van de welcke die voorschreven momboiren hebben geëmployeert een somme van LXXXIX gulden gecomen van eenen buender hoyvelts, welck Jan Willen Lamberts van den voorschreven momboiren op huyden heeft gecoft voor XCVI (= 96)'.
Getuigen: Dierck Hanrick Roeffen en Gerit Jans, schepenen in Vechel

636 Tonis Jochims heeft veklaard dat Jan Aert Peters aan hem de 22 gulden heeft betaald, die Jan een jaar geleden had beloofd te betalen, 'casserende hier mede de gelooff daer aff gedaen'.