Archieven

578 Rapport van hoogschout BERGAIGNE van de 9e betreffende ingewonnen informatie over KEPPELFOCX als pachter van de TIENDEN onder DIESSEN.

320 Rekest van Claes Cornelis OTTEN, Jan Aryen WOUTERS en Aert Claessen MAERTENS wonende te DIESSEN, die bepaalde klampen TIENDEN hebben gepacht maar geen schuur of opslag hebben kunnen verkrijgen om het tiendkoren in op te slaan. Ze zijn nu van plan om de tienden op het veld behoorlijk tiendbaar te maken en uit de hand te verkopen of in het openbaar aan de meest biedende. Dit zou echter volgens de jongste plakkaten niet geoorloofd zijn. Het verzoek wordt niet ingewilligd.

195 Rekest van Huijbrecht GIJSSELS gedeporteerde secretaris vande vrijheid HILVARENBEEK inzake het beneficie van MARIE gefundeerd in de KERK van DIESSEN.

154 De naburen van HAGHORST het armste gehucht onder DIESSEN geven in een rekest te kennen dat op 25 october 1661 een octrooi is verleend tot het uitgeven verkopen en uitturven en af te vlaggen ‘een seker stuck sonck ofte rijt anders genaemt Heuven ongevaerlijck [vgl. ca.] groot 5 à 6 bunderen gelegen in de voorn. hertganck voor ende ontrent der supplianten huijsingen, alles onder pretext ende onwarigh schijn van fondament omme met de penningen daervan hare dorpslasten ende schulden te betalen.
Enede aengemerckt voorn. regeerders tsedert hunne leste verworvene octroije voor desen soo van vercochte vrunt eijcke ende andere opgaende bomen, steenoven, verhuerde heije ende torve, als mede van het ophalen hunder dorpsrente, meer als over de 1000 gulden hebben gemaeckt ende ontfangen als wel hunne lasten tot noch toe rechtmatich sijn importerende, twelck de supplianten nae rbehoorlijcke daer van gedane rekeningen ende publycq verantwoorden ,gelijck voor noch ter tijt niet en is geschiet, soo claer als den hemel schijnt sullen bewarigen, twelck de voorn. regeerders oock wel wetende ende de voorgenoemde octroijen onnoodigh achtende, hebben egeen wetenschap ofte consent tot het solliciteren ende verwerven van dien gedragen.
Maer alles is voorts gekeert, gekuijpt ende dit wercxken begaen bij eenen Jan BARTHOLOMEUS dier tijt een der borgemeesters binnen Diessen voornoemt niet ut noot ofte dorpslasten met de penningen daer van procederende te betalen.